ECLI:NL:RBSGR:2002:AE6666
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening onderzoek in vreemdelingenzaak betreffende aanspraak op verblijfsvergunning voor alleenstaande minderjarige vreemdeling
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 juli 2002 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de maatregel van bewaring van een Angolese minderjarige vreemdeling, hierna eiser. De Staatssecretaris van Justitie had op 10 juli 2002 de maatregel van bewaring opgelegd, omdat de openbare orde dit vorderde. Eiser had geen rechtmatig verblijf in Nederland en de maatregel was genomen met het oog op zijn uitzetting. De rechtbank werd op 12 juli 2002 door de Staatssecretaris in kennis gesteld van deze maatregel, wat gelijkgesteld werd met een door eiser ingesteld beroep. Tijdens de openbare behandeling op 19 juli 2002 kwam de rechtbank tot de conclusie dat het onderzoek niet volledig was en dat heropening noodzakelijk was.
De rechtbank overwoog dat uit een eerder besluit van 8 juli 2002, waarbij de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel was afgewezen, niet kon worden afgeleid dat dit ook gold voor een verblijfsvergunning regulier voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De rechtbank stelde vast dat verweerder ambtshalve had moeten beslissen op de mogelijke aanspraak van eiser op een amv-verblijfsvergunning. Dit besluit was echter niet aangetroffen in het procesdossier. De rechtbank vroeg zich af of eiser de beslissing op zijn aanspraak op een amv-verblijfsvergunning in Nederland mocht afwachten, en merkte op dat het in de rede lag dat deze beslissing gelijktijdig met de beslissing op de asielaanvraag genomen had moeten worden.
De rechtbank besloot uiteindelijk het onderzoek te heropenen en verzocht verweerder zich uit te laten over de rechtmatigheid van de opgelegde maatregel van bewaring. De uitspraak werd gedaan door mr. M.M. Beije, met mr. C.H. Beuker als griffier, en werd op 24 juli 2002 verzonden.