ECLI:NL:RBSGR:2002:AE6513
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- P. Kalbfleisch
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers en detentieregime
In deze zaak, gewezen op 14 augustus 2002 door de Rechtbank 's-Gravenhage, hebben vier eisers, allen gedetineerd in het Detentiecentrum te Roermond, een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden. De eisers zijn veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en bevinden zich in voorlopige hechtenis. Ze vorderen hun overplaatsing naar een reguliere gevangenis of Huis van Bewaring, omdat zij menen dat het detentieregime dat hen is opgelegd in het kader van de Tijdelijke Wet Noodcapaciteit Drugskoeriers in strijd is met hun rechten, zoals vastgelegd in nationale en internationale verdragen.
De Minister van Justitie heeft een plan van aanpak opgesteld om de drugssmokkel via Schiphol te bestrijden, wat heeft geleid tot de invoering van de Noodwet. Deze wet maakt het mogelijk om een detentieregime te hanteren dat afwijkt van de reguliere regels, specifiek voor drugskoeriers. Eisers stellen dat dit regime hen onrechtmatig behandelt en inbreuk maakt op hun fundamentele rechten, waaronder het recht op een eerlijke behandeling en het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling.
De rechtbank oordeelt dat de Noodwet, hoewel deze een beperking van rechten met zich meebrengt, gerechtvaardigd is door de noodsituatie die is ontstaan door de toename van het aantal drugskoeriers. De rechter benadrukt dat het niet aan de rechter is om zich te mengen in het beleidsvormingsproces van de overheid, en dat er een grote beleidsvrijheid bestaat voor de Staat in deze kwestie. De vordering van eisers wordt afgewezen, en zij worden veroordeeld in de kosten van het geding.