ECLI:NL:RBSGR:2002:AE6331
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van verblijfsvergunning op basis van klemmende redenen van humanitaire aard en driejarenbeleid
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 juni 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, A en B, van Congolese nationaliteit, en de Staatssecretaris van Justitie. Eisers hadden aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van klemmende redenen van humanitaire aard, vóór de inwerkingtreding van de Leemtewet. De rechtbank oordeelde dat de aanvragen onzorgvuldig waren behandeld door verweerder, die deze zonder navraag als reguliere aanvragen had aangemerkt. De rechtbank stelde vast dat de aanvragen van eisers, die dateren van 1996 en 1998, niet onder de nieuwe wetgeving konden worden beoordeeld zonder rekening te houden met de omstandigheden waaronder ze waren ingediend. De rechtbank oordeelde dat verweerder de aanvragen had moeten toetsen aan de bestaande beperkingen zoals neergelegd in het Vreemdelingenbesluit 2000 en had moeten overwegen om de vergunning onder een andere beperking te verlenen. De rechtbank concludeerde dat het driejarenbeleid, zoals dat gold vóór 1 april 2001, van toepassing was en dat eisers recht hadden op een vergunning op basis van dit beleid. De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond, vernietigde de bestreden besluiten en droeg verweerder op nieuwe besluiten te nemen in overeenstemming met deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers.