ECLI:NL:RBSGR:2002:AE2665
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onzorgvuldige behandeling van asielaanvraag door de Immigratie- en Naturalisatiedienst
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 11 april 2002 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beschikking van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) inzake de asielaanvraag van eiser, een Iraanse nationaliteit. Eiser had op 11 maart 2002 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 14 maart 2002 door de IND was afgewezen. Eiser stelde dat de IND onzorgvuldig had gehandeld door zijn zienswijze, die na afloop van de termijn maar vóór de beschikking was ingediend, niet mee te nemen in de beoordeling. De rechtbank oordeelde dat het in strijd was met artikel 3.117, vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb2000) dat de zienswijze niet was meegenomen in de beslissing. De rechtbank vond dat de IND de zienswijze had moeten overwegen, ongeacht de mening van de IND dat deze geen aanleiding gaf voor een andere beslissing. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beschikking van 14 maart 2002 en bepaalde dat de IND opnieuw op de aanvraag moest beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de IND veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op 644 euro werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de behandeling van asielaanvragen en de noodzaak om zienswijzen van betrokkenen serieus te overwegen.