ECLI:NL:RBSGR:2002:AE0286
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot asielaanvraag
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 5 februari 2002 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van A, een Syrische nationaliteit houder, die in het Grenshospitium te Amsterdam verblijft. Verzoeker had op 18 januari 2002 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, maar de toegang was hem op 17 januari 2002 op luchthaven Schiphol geweigerd. Verzoeker stelde dat er geen beslissing was genomen op zijn aanvraag en dat de termijn van 48 uur voor een besluit was overschreden. Hij verzocht de rechtbank om hem alsnog als vluchteling toe te laten of om een vergunning tot verblijf te verlenen.
De rechtbank overwoog dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij het verzoek om voorlopige voorziening, omdat hij inmiddels had gekregen wat hij beoogde: zijn aanvraag zou niet langer in de aanmeldcentrumprocedure (AC-procedure) worden afgedaan, maar in de gewone procedure. De rechtbank merkte op dat indien er sprake zou zijn van niet tijdig beslissen, het instellen van beroep tegen het niet tijdig beslissen voldoende zou zijn. De rechtbank behandelde het verzoek snel, waardoor er geen belang was bij een afzonderlijk verzoek om voorlopige voorziening.
Daarnaast werd vastgesteld dat verzoeker niet meer in de AC-procedure zat, maar in de reguliere procedure, die zes maanden mag duren. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van niet tijdig beslissen en dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk was. De rechtbank verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk en stelde vast dat er geen proceskosten aan de andere partij konden worden opgelegd. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.