ECLI:NL:RBSGR:2002:AD9806
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- J.S.W. Holtrop
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor vervolging na uitlevering en de waarborgen van de uitgeleverde persoon
In deze zaak, gewezen door de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 februari 2002, betreft het een kort geding waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. R.A. van der Horst, de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie) heeft aangeklaagd. De zaak draait om de vraag of de Minister van Justitie onrechtmatig heeft gehandeld door aanvullende toestemming te verlenen voor de vervolging van eiser door de Italiaanse autoriteiten zonder dat eiser de gelegenheid heeft gekregen om een inhoudelijke verklaring af te leggen. Eiser was in 1996 uitgeleverd aan Italië voor strafbare feiten en de Italiaanse autoriteiten vroegen in 1998 om aanvullende toestemming voor vervolging wegens andere feiten, waaronder afpersing en verboden wapenbezit. De Minister verleende deze toestemming, maar eiser betwistte de rechtmatigheid hiervan, stellende dat zijn recht op hoor en wederhoor was geschonden.
De rechtbank oordeelde dat de enkele vraag aan eiser of hij instemde met de aanvullende toestemming onvoldoende was om tot een weloverwogen beslissing te komen. De rechtbank benadrukte dat het recht van de uitgeleverde persoon om zich uit te laten over de feiten van essentieel belang is en dat de Minister niet zonder een inhoudelijke verklaring van eiser de aanvullende toestemming had mogen verlenen. De rechtbank concludeerde dat de Minister onrechtmatig had gehandeld en gebood de Minister om de verleende toestemming in te trekken. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten.
Deze uitspraak onderstreept het belang van de waarborgen voor uitgeleverde personen en de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van hun rechten in het kader van uitleveringsprocedures.