RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE, STRAFSECTOR
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/037922-01
rolnummer 6
's-Gravenhage, 4 februari 2002.
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op 26 juni 1966 te Curaçao (Nederlandse Antillen),
[adres]
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 21 januari 2002.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr Lagraauw, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Boersma heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 primair en 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het, blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen goed genummerd 1, te weten een rood veerdrukpistool met opschrift 'made in China' zal worden onttrokken aan het verkeer.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 1 primair is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat noch uit het dossier noch tijdens het onderzoek ter terechtzitting aannemelijk is geworden dat verdachte het vereiste (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op verkrachting van het slachtoffer.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 subsidiair en 2 vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen. Verdachte heeft zijn vriendin bedreigd door een rood veerdruk(speelgoed)pistool tegen haar hoofd te zetten en op haar hals te richten. Tevens heeft hij de slede van het pistool naar achteren gehaald. Verdachte heeft haar daarbij dreigend toegevoegd dat 'zij dood moest' en dat hij haar zou neerschieten.
Aangezien de kamer, waar het gebeurde zich heeft afgespeeld, niet goed verlicht was en verdachte de slede van het pistool naar achteren haalde, waardoor het leek of hij het pistool doorlaadde, is bij het slachtoffer de indruk ontstaan dat het een echt vuurwapen betrof.
Voorts hadden verdachte en het slachtoffer kort er voor ruzie gehad, waardoor de onder 1 bewezenverklaarde handelingen zeer bedreigend op het slachtoffer zijn overgekomen. Verdachte heeft, naar eigen zeggen, ook de bedoeling gehad het slachtoffer angst aan te jagen. Daartoe heeft hij - onder meer - het veerdrukpistool na deze bedreiging zo weg gelegd, dat het slachtoffer (later) niet zou zien dat het geen echt vuurwapen betrof. Verdachte heeft aldus bewust uiterst intimiderend gedrag vertoond. Deze gedragskeuze rekent de rechtbank verdachte aan.
Blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d. 29 november 2001 is verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten veroordeeld.
Ter zitting is voorts gebleken dat verdachte weer regelmatig bij het slachtoffer verblijft.
In het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding geen nog te executeren vrijheidsstraf op te leggen, maar aan verdachte een werkstraf op te leggen.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal het blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp genummerd 1, te weten een rood veerdrukpistool met opschrift 'made in China' onttrekken aan het verkeer, zijnde dit voorwerp voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien
* met betrekking tot dit voorwerp het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan;
* met behulp van dit voorwerp het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde feit is begaan;
* en dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 22c, 22d, 36b, 36c, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht;
- 13 en 55 van de Wet wapens en munitie;
- 3 van de Regeling Wapens en Munitie
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder 1 primair telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 subsidiair en 2 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 subsidiair:
BEDREIGING MET ENIG MISDRIJF TEGEN HET LEVEN GERICHT;
HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 13, EERSTE LID VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 24 dagen;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op : 27 november 2001,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 29 november 2001, welke voorlopige hechtenis werd geschorst met ingang van: 21 december 2001,
in vrijheid gesteld op : 21 december 2001;
veroordeelt verdachte voorts tot:
taakstraf, bestaande uit:
een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid voor de tijd van 200 uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 100 dagen;
verklaart onttrokken aan het verkeer het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 1, te weten een rood veerdrukpistool met opschrift 'made in China';
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs De Vries, voorzitter,
Van der Veen en Oskam, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Vreeling, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 februari 2002.