ECLI:NL:RBSGR:2001:ZA7044
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de maatregel tot vrijheidsontneming van een Algerijnse vreemdeling
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 11 mei 2001 uitspraak gedaan in een beroep tegen de bewaring van een Algerijnse vreemdeling, die op 12 december 2000 in bewaring was gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris van Justitie, verweerder, op de sluitingsdatum van het vooronderzoek geen inlichtingen heeft verstrekt over de voortgang van de verwijdering van de vreemdeling, zoals vereist door de geldende richtlijnen. Dit gebrek aan informatie heeft de rechtbank verhinderd om te toetsen of er nog voldoende perspectief bestaat op uitzetting en of de verweerder voortvarend handelt in deze zaak. De rechtbank heeft eerder, op 23 januari en 4 april 2001, eerdere beroepen van de vreemdeling tot opheffing van de bewaring ongegrond verklaard. Echter, gezien de omstandigheden en het ontbreken van noodzakelijke informatie, heeft de rechtbank besloten de maatregel tot vrijheidsontneming op te heffen. De uitspraak is gedaan door mr. E.C.M. de Klerk, in tegenwoordigheid van griffier mr. J.P.W. Manders, en is openbaar uitgesproken op 11 mei 2001. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen omstandigheden zijn gebleken die dit rechtvaardigen.