ECLI:NL:RBSGR:2001:ZA7043
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige voortzetting van vreemdelingenbewaring en heropening schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank te 's-Gravenhage op 11 mei 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vreemdeling van Marokkaanse nationaliteit en de Staatssecretaris van Justitie. De vreemdeling was op 21 maart 2001 in bewaring gesteld na een aanvraag om toelating als vluchteling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris op de sluitingsdatum van het vooronderzoek, 11 mei 2001, niet heeft voldaan aan de verplichtingen om inlichtingen te verstrekken over de voortgang van de verwijdering van de vreemdeling. Hierdoor kon de rechtbank niet toetsen of er voldoende perspectief bestond op uitzetting en of de Staatssecretaris voldoende voortvarend handelde. De rechtbank heeft daarom de bewaring opgeheven.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om schadevergoeding van de vreemdeling in behandeling genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris geen voortgangsrapportage heeft ingediend, waardoor de omvang van de schadevergoeding niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft besloten het onderzoek naar de schadevergoeding te heropenen en de zaak naar een nader te bepalen zitting te verwijzen.
De uitspraak is gedaan door mr. E.C.M. de Klerk, in tegenwoordigheid van mr. J.P.W. Manders als griffier. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel tot vrijheidsontneming bevolen en het onderzoek naar de schadevergoeding heropend, met als doel de zaak verder te behandelen.