ECLI:NL:RBSGR:2001:ZA7042
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van vreemdeling wegens verzuim kennisgeving voortduren
In deze zaak gaat het om de onrechtmatigheid van de bewaring van een vreemdeling, A, geboren in 1970 en van Marokkaanse nationaliteit, die op 27 februari 2001 in bewaring is gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 17 mei 2001 uitspraak gedaan in het beroep van de vreemdeling tegen de voortzetting van zijn bewaring. De rechtbank constateert dat de kennisgeving van het voortduren van de bewaring door de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, niet tijdig heeft plaatsgevonden. De kennisgeving had uiterlijk op 2 mei 2001 moeten gebeuren, maar vond pas plaats op 3 mei 2001. Dit verzuim leidt tot de conclusie dat de bewaring onrechtmatig is, omdat de strikte waarborgen van de Vreemdelingenwet niet zijn nageleefd. De rechtbank oordeelt dat de bewaring vanaf 3 mei 2001 onrechtmatig is en beveelt de opheffing van de maatregel tot vrijheidsontneming met ingang van 17 mei 2001. De rechtbank heeft het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de opheffing van de bewaring bevolen, waarbij de belangen van de vreemdeling en de verplichtingen van de verweerder zorgvuldig zijn afgewogen.