ECLI:NL:RBSGR:2001:AE0227
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming en schadevergoeding in vreemdelingenzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 29 november 2001, ging het om een vreemdeling, A, die op 9 oktober 2001 op de luchthaven Schiphol de toegang tot Nederland was geweigerd. Tegelijkertijd werd er een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd op basis van artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De Staatssecretaris van Justitie, vertegenwoordigd door mr. H. van Galen, stelde dat het procesdossier niet tijdig naar de rechtbank kon worden verzonden vanwege een ontruiming van het IND-kantoor. Ondanks toezeggingen om het dossier alsnog te sturen, ontving de rechtbank dit dossier niet, waardoor zij niet in staat was de rechtmatigheid van de vrijheidsontnemende maatregel te toetsen.
De rechtbank oordeelde dat de maatregel onrechtmatig was, aangezien de benodigde informatie ontbrak. De eiser, vertegenwoordigd door mr. B. Snoeij, had aangevoerd dat de maatregel niet in een voor hem begrijpelijke taal was uitgelegd, wat de rechtbank bevestigde. De rechtbank besloot dat de eiser recht had op schadevergoeding op grond van artikel 106 van de Vw 2000, en kende een bedrag van ƒ 300,- toe voor de onterecht ondergane vrijheidsontneming. Daarnaast werd de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op ƒ 1420,- werden begroot.
De uitspraak werd gedaan door mr. F. Salomon en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. J. Snoeijer. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.