ECLI:NL:RBSGR:2001:AD7680

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09-754080-01
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage inzake afpersing, vrijheidsberoving en zware mishandeling

Op 28 december 2001 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, bijgestaan door raadsman mr. Z.G.M. Dassen. De zaak betreft ernstige misdrijven, waaronder afpersing, vrijheidsberoving en zware mishandeling. Tijdens de terechtzitting op 18 december 2001 is vastgesteld dat de verdachte samen met mededaders de slachtoffers [slachtoffer1] en [slachtoffer2] naar een afgelegen locatie heeft gebracht, waar zij met geweld zijn ondervraagd over hun betrokkenheid bij de verkoop van illegale cd's en dvd's. De slachtoffers zijn met verschillende voorwerpen geslagen en onder druk gezet om geld en goederen af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders een vooropgezet plan hadden om de slachtoffers te intimideren en te dwingen tot medewerking. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de slachtoffers hevige angst is ingeboezemd en gevoelens van onveiligheid in de maatschappij zijn veroorzaakt. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast zijn inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een paralizer en een busje CS gas, onttrokken aan het verkeer, terwijl de teruggave van een organizer aan de verdachte is gelast. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere telastgelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 'S-GRAVENHAGE, STRAFSECTOR
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09-754080-01
rolnummer 0006
's-Gravenhage, 28 december 2001
De arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting De Dordtse Poorten te Dordrecht.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 18 december 2001.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr Z.G.M. Dassen, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Steen heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1, 2 en 3 primair telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een organizer, een paralizer en een busje CS gas zullen worden onttrokken aan het verkeer.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1, 2 en 3 primair vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen. Verdachte en zijn mededaders hebben de slachtoffers [slachtoffer1] en [slachtoffer2] naar een afgelegen plek gebracht. Daar stonden personen met zwarte gewaden en maskers te wachten, die door de slachtoffers als beulen zijn omschreven. In aparte schuren zijn de slachtoffers met grof geweld aan de tand gevoeld over het voor eigen rekening door de slachtoffers verkopen van illegale cd's c.q. dvd's en het achterhouden van de opbrengsten daarvan. De handen van het slachtoffer [slachtoffer1] zijn vastgetaped. De slachtoffers zijn door verdachte en zijn mededaders geslagen en geschopt. Ook hebben verdachten en zijn mededaders de slachtoffers met verschillende voorwerpen -een tak, een stok, een schop en een zweep- geslagen. Onder andere werd met voorwerpen gericht op de knieën geslagen. Er is sprake geweest van een vooropgezet plan om de slachtoffers hoe dan ook aan het praten te krijgen en ze een lesje te leren. Het is niet aan verdachte en zijn mededaders te danken geweest dat de verwondingen van de slachtoffers relatief beperkt zijn gebleven.
Vervolgens is het slachtoffer [slachtoffer2] opgesloten in een schuur. [slachtoffer1] is naar zijn huis vervoerd. Hem is door verdachte en een mededader te kennen gegeven dat zijn moeder zou worden mishandeld en zijn zus zou worden verkracht. Voorts is [slachtoffer1] medegedeeld dat het niet goed zou aflopen met zijn vriend [slachtoffer2], die nog werd vastgehouden, als hij niet zijn auto en geld zou afgeven. Op deze wijze is [slachtoffer1] respectievelijk zijn vader gedwongen tot afgifte van zijn auto, het kentekenbewijs daarvan en een geldbedrag.
Het slachtoffer [slachtoffer2] is in een kofferbak geplaatst en dacht dat hij het er niet levend vanaf zou brengen, maar is korte tijd later vrijgelaten.
Nadien is [slachtoffer1] nog te kennen gegeven dat de mannen weer gebeld zouden worden om hem te mishandelen als hij niet zou meewerken. Een paar dagen laten heeft [slachtoffer1] ook zijn boot moeten afgeven.
Door voormelde handelwijze van verdachte en zijn mededaders is de slachtoffers hevige angst ingeboezemd, waarbij op geen enkele wijze rekening is gehouden met de eventuele (psychische) gevolgen voor de slachtoffers. Voorts hebben verdachte en zijn mededaders hierdoor gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij veroorzaakt.
De rechtbank rekent verdachte de feiten ernstig aan.
Uit een op naam van verdachte staand uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt dat hij eerder - onder meer voor een geweldsdelict - met justitie in aanraking is geweest.
Gezien het voorgaande acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een paralizer en een busje CS gas onttrekken aan het verkeer, zijnde deze voorwerpen voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien deze voorwerpen, welke bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten zijn aangetroffen, van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang en deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen organizer merk Psion. Aangezien onvoldoende duidelijk is geworden aan wie de op de Beslaglijst vermelde CD opdruk "Twilight", 18 kinder cd's en 54 cd-games Playstation toebehoren, zal de rechtbank de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten..
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 36b, 36c, 36d, 45, 47, 57, 282, 302, 303, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1, 2 en 3 primair telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
ten aanzien van feit 3 primair:
medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en zes maanden;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de hem onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op :16 juni 2001,
in voorlopige hechtenis gesteld op :19 juni 2001;
verklaart onttrokken aan het verkeer de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een paralizer en een busje CS gas;
gelast de teruggave aan verdachte van het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een organizer merk Psion;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een CD opdruk "Twilight", 18 kinder cd's en 54 cd-games Playstation;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs De Vries, voorzitter,
Pereira Horta en Schultsz, rechters,
in tegenwoordigheid van Van Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 december 2001.
Mr Schultsz is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.