ECLI:NL:RBSGR:2001:AD7626
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. van Bennekom
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsbeneming van vreemdeling na strafrechtelijke vrijspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 september 2001 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de onrechtmatigheid van de vrijheidsontneming van eiser, een vreemdeling van Pakistaanse nationaliteit. Eiser was op 3 september 2001 om 14.15 uur vrijgesproken door de meervoudige strafkamer van de arrondissementsrechtbank te Maastricht van strafbare feiten. Vijf minuten later, om 14.20 uur, werd hij echter vreemdelingenrechtelijk staandegehouden in het gebouw van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen duidelijke grond was voor de vijf minuten durende bewaring van eiser, wat leidde tot de vraag of deze vrijheidsbeneming rechtmatig was.
De rechtbank overwoog dat de overdracht van het strafrechtelijk voortraject naar het vreemdelingenrechtelijk traject niet op de juiste wijze was uitgevoerd, wat resulteerde in een onrechtmatige vrijheidsbeneming. De rechtbank concludeerde dat de bewaring van eiser gedurende deze korte periode niet gerechtvaardigd was, aangezien er geen titel was voor zijn vrijheidsbeneming. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelde dat een tijdsverloop van vijf minuten na beëindiging van de inverzekeringstelling niet noodzakelijk was voor de overdracht aan de vreemdelingendienst.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, maar niet zonder te benadrukken dat de omstandigheden van de zaak en de onrechtmatigheid van de bewaring niet in overeenstemming waren met de wet. De rechtbank heeft geen gronden gezien om toepassing te geven aan artikel 106 van de Vw 2000 of artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen schadevergoeding werd toegekend aan eiser. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter W.J. van Bennekom, in aanwezigheid van griffier A.C.W. van Huussen.