ECLI:NL:RBSGR:2001:AD7031

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
30 november 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09-925429-01
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Elkerbout
  • J. Dubbelman
  • M. van der Veen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage inzake flessentrekkerij en valsheid in geschrift

Op 30 november 2001 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen de verdachte E.G.C.M. van Vessem, die zich schuldig had gemaakt aan flessentrekkerij en valsheid in geschrift. De terechtzitting vond plaats op 16 november 2001, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman, mr. R.J. van Eenennaam. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 2,5 jaar, rekening houdend met de ad informandum gevoegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de telastlegging onder 2, maar achtte de feiten onder 1 en 3 wettig en overtuigend bewezen. De verdediging voerde aan dat er sprake was van onrechtmatig verkregen bewijs, maar dit verweer werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een gewoonte had gemaakt van het kopen van goederen op krediet zonder de intentie om te betalen, wat leidde tot aanzienlijke schade voor verschillende bedrijven. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en bepaalde dat de tijd in voorlopige hechtenis in mindering zou worden gebracht. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan verschillende benadeelde partijen, waaronder Expert Koppenol, Expert De Jong, en Cofin B.V. De rechtbank verklaarde de vorderingen van de benadeelde partijen deels toewijsbaar en legde de verdachte verplichtingen op tot betaling aan de staat voor de schadevergoedingen. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 'S-GRAVENHAGE, STRAFSECTOR
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09-925429-01
rolnummer 0001
's-Gravenhage, 30 november 2001
De arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Schiedam,
[adres]
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 16 november 2001.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
De raadsman van verdachte, mr R.J. van Eenennaam, is verschenen en gehoord.
Er hebben zich benadeelde partijen gevoegd.
De officier van justitie mr Krol heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 2 telastgelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 en 3 telastgelegde - rekening houdend met de ad informandum gevoegde feiten - wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren en 6 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen rijbewijs en identiteitsbewijs (nrs 3 en 4) zullen worden teruggegeven aan verdachte.
De officier van justitie concludeert tot toewijzing van de vorderingen van de hierna genoemde benadeelde partijen:
· Expert Koppenol tot een bedrag van ¦ 10.549,52;
· Expert De Jong tot een bedrag van ƒ 11.341,18;
· Cofin B.V. tot een bedrag van ƒ 47.779,71;
· Ven Internationale Versmarkt Rotterdam tot een bedrag van ƒ 97.827,51;
· RST Network Services B.V. tot een bedrag van ƒ 14.662,50;
· M.C. Data B.V. tot een bedrag van ƒ 14.622,90;
· S.T.G Computers tot een bedrag van ƒ 11.765,=;
· DTS Desktop Service tot een bedrag van ƒ 11.250,=.
De officier van justitie concludeert voor het overige tot niet-ontvankelijk verklaring van genoemde benadeelde partijen.
Voorts vordert de officier van justitie dat de rechtbank aan verdachte de verplichting zal opleggen tot betaling aan de staat van de volgende bedragen:
· een bedrag groot ¦ 10.549,52 subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Expert Koppenol;
· een bedrag groot ¦ 11.341,18 subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Expert De Jong;
· een bedrag groot ¦ 47.779,71 subsidiair 160 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Cofin B.V.;
· een bedrag groot ¦ 97.827,51 subsidiair 350 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Ven Internationale Versmarkt Rotterdam;
· een bedrag groot ¦ 14.662,50 subsidiair 110 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd RST Network Services B.V.;
· een bedrag groot ¦ 14.622,90 subsidiair 110 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd M.C. Data B.V.;
· een bedrag groot ¦ 11.765,= subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd S.T.G. Computers;
· een bedrag groot ¦ 11.250,= subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd D.T.S. Desktop Services;
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 2 is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Beroep op onrechtmatig verkregen bewijs.
De verdediging heeft betoogd dat er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs, nu bij gelegenheid van de doorzoeking van het bedrijfspand van verdachte zonder diens toestemming poststukken zijn geopend. Volgens de raadsman heeft derhalve schending van het briefgeheim plaatsgevonden, zodat het bewijs dat aldus verkregen is niet voor het bewijs mag worden gebezigd.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
In het proces-verbaal van bevindingen van politie Haaglanden, d.d. 22 maart 2001 (blz. 22) is het volgende gerelateerd:
Door de verdachte E.G.C.M. van Vessem was een schriftelijke verklaring ondertekend waarin hij toestemming gaf tot het doorzoeken van zijn bedrijfspand. Door de verdachte E.G.C.M. van Vessem werd in het bijzijn van en na overleg met zijn raadsman mr R.J. van Eenennaam deze toestemming mondeling bevestigd en tevens werd zijn werknemer Guido Bijl gemachtigd om de zaken waar te nemen en de eventuele poststukken te openen.
Tijdens deze doorzoeking werden door ons, verbalisanten, diverse ongeopende poststukken aangetroffen. Deze werden door ons aan G. Bijl overhandigd waarna deze de enveloppen opende en ons de inhoud overhandigde.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman, aangezien uit het voorgaande blijkt dat genoemd verweer feitelijke grondslag mist.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 en 3 vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de grotendeels onvoorwaardelijk op te leggen straf het volgende overwogen.
Verdachte heeft zich gedurende een relatief korte periode van een aantal maanden op grote schaal en op systematische wijze schuldig gemaakt aan flessentrekkerij. Bovendien heeft verdachte een nieuw reisdocument verkregen bij de gemeente Schiedam door middel van het verstrekken van valse gegevens.
Verdachte maakte er een gewoonte van bij verschillende bedrijven computers en andere goederen op krediet te kopen, terwijl hij geenszins de bedoeling had de rekeningen ooit te zullen betalen. Verdachte heeft door zijn handelwijze een groot aantal bedrijven voor vele duizenden guldens gedupeerd. Bovendien heeft verdachte, door de naam van zijn [stiefzoon] bij zijn daden te gebruiken, het vertrouwen wat deze in hem als stiefvader dacht te kunnen hebben, misbruikt.
Verdachte heeft bij de politie verklaard aldus te hebben gehandeld omdat hij in financiële problemen verkeerde. Zijn bedoeling was de goederen die hij had gekocht (en niet van plan was te betalen) door te verkopen en op die wijze contant geld in handen te krijgen, hetgeen hij ook heeft gedaan.
Blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister, d.d. 21 maart 2001, is verdachte al eerder veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden wederom dergelijke feiten te plegen.
De rechtbank neemt verdachtes handelen hoog op, niet in de laatste plaats omdat verdachte heeft verklaard op het idee te zijn gekomen omdat "het in het verleden zo gemakkelijk was gegaan en hij destijds van de rechter een vrij lage straf had opgelegd gekregen en bovendien de benadeelden nooit schadeloos heeft hoeven te stellen".
De rechtbank heeft mede in aanmerking genomen de niet bij dagvaarding telastgelegde strafbare feiten, met uitzondering van het feit met parketnummer 09/925429-01, van welke feiten een korte omschrijving staat vermeld op de dagvaarding.
Verdachte heeft deze feiten erkend en de officier van justitie heeft te kennen gegeven, dat dienaangaande geen verdere vervolging zal worden ingesteld.
De rechtbank acht, gelet op al het hiervoor overwogene, het opleggen van een deels onvoorwaardelijke, deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden.
De rechtbank zal aan de voorwaardelijke gevangenisstraf een proeftijd verbinden van 3 jaren, teneinde zo lang mogelijk een stok achter de deur te hebben om herhaling te voorkomen.
Beslag.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 3 en 4, te weten een rijbewijs en een identiteitsbewijs.
De vorderingen van de benadeelde partijen.
Expert Koppenol, gevestigd te Naaldwijk, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 12.396,=.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk (exclusief BTW) ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ 10.549,52.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij Expert Koppenol voor wat betreft de BTW afwijzen, aangezien dit niet als schade kan worden aangemerkt.
Expert De Jong, gevestigd te Rozenburg, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 13.496,=.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk (exclusief BTW) ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ 11.341,18.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij Expert De Jong voor wat betreft de BTW afwijzen, aangezien dit niet als schade kan worden aangemerkt.
Cofin B.V., gevestigd te Hoogeveen, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 56.857,86.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk (exclusief BTW) ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ 47.779,71.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij Cofin B.V. voor wat betreft de BTW afwijzen, aangezien dit niet als schade kan worden aangemerkt.
Ven Internationale Versmarkt Rotterdam, gevestigd te Rotterdam, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 100.253,17.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk (exclusief BTW) ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ 97.827,51.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij Ven Internationale Versmarkt Rotterdam voor wat betreft de BTW afwijzen, aangezien dit niet als schade kan worden aangemerkt.
RST Network Services B.V., gevestigd te Nieuwerkerk a/d IJssel, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 19.402,93.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ 14.662,50.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding voor wat betreft de rente en de reiskosten, aangezien dit gedeelte van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij RST Network Services B.V. voor wat betreft de BTW afwijzen, aangezien dit niet als schade kan worden aangemerkt.
M.C. Data B.V., gevestigd te Hellevoetsluis, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 17.401,25.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk (exclusief BTW) ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ14.622,90.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij M.C. Data B.V. voor wat betreft de BTW afwijzen, aangezien dit niet als schade kan worden aangemerkt.
S.T.G. Computers, gevestigd te Pijnacker, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 12.365,=.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ 11.765,=.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding voor wat betreft de rente, aangezien dit gedeelte van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
D.T.S. Desktop Services, gevestigd te Zoetermeer, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 28.159,83.
Deze vordering is door de verdediging niet weersproken, en is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, tot een bedrag van ƒ 11.250,= rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij gedeeltelijk ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering gedeeltelijk toewijzen, te weten tot het bedrag van ƒ 11.250,=.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien het meer gevorderde niet in de tastlegging is opgenomen en dit gedeelte van de vordering derhalve niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
Voorts zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding voor wat betreft de boete rente en de post inkomstenverlies, aangezien dit gedeelte van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
Schadevergoedingsmaatregel.
Nu verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de staat van de navolgende bedragen:
· een bedrag groot ¦ 10.549,52 subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Expert Koppenol;
· een bedrag groot ¦ 11.341,18 subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Expert De Jong;
· een bedrag groot ¦ 47.779,71 subsidiair 160 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Cofin B.V.;
· een bedrag groot ¦ 97.827,51 subsidiair 350 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd Ven Internationale Versmarkt Rotterdam;
· een bedrag groot ¦ 14.662,50 subsidiair 110 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd RST Network Services B.V.;
· een bedrag groot ¦ 14.622,90 subsidiair 110 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd M.C. Data B.V.;
· een bedrag groot ¦ 11.765,= subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd S.T.G. Computers;
· een bedrag groot ¦ 11.250,= subsidiair 100 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd D.T.S. Desktop Services.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 57, 225 en 326a van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder 2 telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 en 3 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
Ten aanzien van feit 1:
Een beroep of gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren;
Ten aanzien van feit 3:
Valsheid in geschrift;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 10 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 3 jaar vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de hem onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op :19 maart 2001,
in voorlopige hechtenis gesteld op :23 maart 2001, welke voorlopige hechtenis werd opgeschort met ingang van :23 maart 2001;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 3 en 4, te weten
· 1 Nederlands rijbewijs nr. 3009746777;
· 1 Nederlands identiteitsbewijs nr. T750639140;
1. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Expert Koppenol deels toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Expert Koppenol, gevestigd te Winkelcentrum De Tuinen 1, 2671 NX Naaldwijk, een bedrag van ¦ 10.549,52 (zijnde het gevorderde bedrag exclusief BTW) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Expert Koppenol af terzake van de BTW, te weten ƒ 1.846,48;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 10.549,52 ten behoeve van het slachtoffer genaamd Expert Koppenol;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
2. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Expert De Jong toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Expert De Jong, gevestigd te Emmastraat 45-49, 3181 GC Rozenburg, een bedrag van ¦ 11.341,18 (zijnde het gevorderde bedrag exclusief BTW) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Expert De Jong af terzake van de BTW, te weten ƒ 2.154,82;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 11.341,18 ten behoeve van het slachtoffer genaamd Expert De Jong;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
3. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Cofin B.V. deels toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Cofin B.V., gevestigd te Stephensonstraat 55, 7903 AS Hoogeveen, een bedrag van ¦ 47.779,71 (zijnde het gevorderde bedrag exclusief BTW) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Cofin B.V. af terzake van de BTW, te weten ƒ 9.078,15;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 47.779,71 ten behoeve van het slachtoffer genaamd Cofin B.V.;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 160 dagen;
4. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Ven Internationale Versmarkt Rotterdam deels toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Ven Internationale Versmarkt Rotterdam, gevestigd te Groothandelsmarkt 181, 3044 HG Rotterdam, een bedrag van ¦ 97.827,51 (zijnde het gevorderde bedrag exclusief BTW) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Ven Internationale Versmarkt Rotterdam af terzake van de BTW, te weten ƒ 2.425,66;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 97.827,51 ten behoeve van het slachtoffer genaamd Ven Internationale Versmarkt Rotterdam;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 350 dagen;
5. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij RST Network Services B.V. deels toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan RST Network Services B.V., gevestigd te Margrietveld 25, 2914 CG Nieuwerkerk a/d IJssel, een bedrag van
¦ 14.662,50 (zijnde het gevorderde bedrag exclusief BTW en de reiskosten en rente) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij RST Network Services B.V. voor wat betreft de posten reiskosten en rente niet ontvankelijk is in haar vordering tot schadevergoeding, en dat deze haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij RST Network Services B.V. af terzake van de BTW, te weten ƒ 2.785,88;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 14.662,50 ten behoeve van het slachtoffer genaamd RST Network Services B.V.;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 110 dagen;
6. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij M.C. Data B.V. deels toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan M.C. Data B.V., gevestigd te Einsteinweg 19c, 3225 LT Hellevoetsluis, een bedrag van ¦ 14.622,90 (zijnde het gevorderde bedrag exclusief BTW) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij M.C. Data B.V. af terzake van de BTW, te weten ƒ 2.778,35;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 14.622,90 ten behoeve van het slachtoffer genaamd M.C. Data B.V.;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 110 dagen;
7. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij S.T.G. Computers deels toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan S.T.G. Computers, gevestigd te Grevelingen 24, 2641 XZ Pijnacker, een bedrag van ¦ 11.765,= (zijnde het gevorderde bedrag exclusief de debetrente) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij S.T.G. Computers voor wat betreft de post rente niet ontvankelijk is in haar vordering tot schadevergoeding, en dat deze haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 11.765,= ten behoeve van het slachtoffer genaamd S.T.G. Computers;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
8. wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij DTS Desktop Service deels toe en veroordeelt verdachte:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan DTS Desktop Service, gevestigd te Mahatma Ghandisingel 26, 2719 CT Zoetermeer, een bedrag van ¦ 11.250,= (zijnde het gevorderde bedrag exclusief BTW en de rente) met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij DTS Desktop Service voor wat betreft de posten boete rente en inkomstenverlies niet ontvankelijk is in haar vordering tot schadevergoeding, en dat deze haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
¦ 11.250,= ten behoeve van het slachtoffer genaamd DTS Desktop Service;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
bepaalt in alle genoemde gevallen dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Elkerbout, voorzitter,
Dubbelman en Van der Veen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Japenga, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 november 2001.