ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6912
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Ollermann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf op basis van niet voldoen aan vereisten voor verblijf bij partner
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 1 november 2001 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de Minister van Buitenlandse Zaken. Eiseres, een Colombiaanse vrouw, had op 6 september 1999 een aanvraag ingediend om een mvv met als doel verblijf bij haar Nederlandse partner, B. Na een fictieve weigering van de aanvraag heeft eiseres op 9 december 1999 een bezwaarschrift ingediend. De verweerder heeft het bezwaar op 6 oktober 2000 ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep heeft ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de mvv is gebaseerd op het niet voldoen aan de vereisten voor verblijf bij een partner, zoals neergelegd in de Vreemdelingencirculaire 1994. Een van de vereisten is dat de aanvrager een gelegaliseerde verklaring van ongehuwd zijn moet overleggen, wat in dit geval niet is gebeurd. De rechtbank overweegt dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij aan deze vereiste voldoet, aangezien zij slechts een verklaring van één getuige heeft overgelegd, terwijl er twee getuigen vereist zijn.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gemachtigde van eiseres, mr. drs. R. Dhalganjansing, voldoende gelegenheid heeft gehad om de ontbrekende documenten te overleggen, maar dit niet heeft gedaan. De rechtbank concludeert dat de verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor de gevraagde mvv en dat er geen gronden zijn voor het aannemen van klemmende redenen van humanitaire aard. Het beroep is derhalve ongegrond verklaard, en er is geen hoger beroep mogelijk tegen deze uitspraak.