ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6749
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Wolthuis
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring na strafrechtelijke aanhouding
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 augustus 2001 uitspraak gedaan over de onrechtmatigheid van de vreemdelingenbewaring van een Georgische vreemdeling, geboren in 1961. De vreemdeling was op 31 juli 2001 aangehouden voor winkeldiefstal en vervolgens in verzekering gesteld. Op 1 augustus 2001 om 17.08 uur werd een dagvaarding uitgereikt, maar de vreemdeling werd pas op 2 augustus 2001 om 9.00 uur in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank oordeelde dat de inverzekeringstelling, die bijna zestien uur heeft geduurd, niet meer gerechtvaardigd was na de uitreiking van de dagvaarding, omdat er geen strafrechtelijk belang meer was. Dit leidde tot de conclusie dat de vreemdelingenbewaring onrechtmatig was, aangezien de strafrechtelijke bevoegdheid niet meer aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling ten onrechte in bewaring was gehouden en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding van f 1950,- voor de onterecht doorgebrachte dagen in het huis van bewaring. Tevens zijn de proceskosten aan de vreemdeling toegewezen. De rechtbank benadrukte dat de rechter in vreemdelingenzaken niet kan oordelen over de aanwending van strafrechtelijke bevoegdheden, tenzij deze kennelijk voor vreemdelingenrechtelijke doeleinden zijn aangewend zonder dat er sprake is van enig strafrechtelijk belang. Dit was in deze zaak het geval, waardoor de vreemdeling recht had op schadevergoeding.
De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de toepassing van strafrechtelijke bevoegdheden in vreemdelingenzaken verduidelijkt. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen en het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard. De uitspraak biedt inzicht in de bescherming van vreemdelingenrechten en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met vrijheidsbeneming in het kader van vreemdelingenrecht.