ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6619
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Th.C.M. Hendriks-Jansen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor Somalië afkomstige alleenstaande vrouw
In deze zaak verzocht een alleenstaande vrouw van Somalische afkomst, die behoort tot de Sheikhal-stam, om een voorlopige voorziening in het kader van haar asielaanvraag. De vrouw, die in 1991 haar land van herkomst verliet vanwege de stammenoorlog, had in Nederland een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op grond van vluchtelingschap. De president van de rechtbank te 's-Gravenhage oordeelde dat de enkele omstandigheid dat verzoekster een alleenstaande vrouw is, niet voldoende is om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. De president verwees naar ambtsberichten waaruit blijkt dat alleenstaande vrouwen in Somalië bescherming kunnen krijgen van hun clan. De president concludeerde dat verzoekster onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat zij persoonlijk gevaar loopt voor vervolging in Somalië. De president oordeelde dat de algehele situatie in Somalië niet zodanig is dat verzoeksters afkomst haar automatisch recht geeft op vluchtelingenstatus. De president wees het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af, omdat er geen reden was om aan te nemen dat de uitzetting van verzoekster in strijd zou zijn met de geldende rechtsregels. De uitspraak werd gedaan op 26 juli 2001, en tegen deze uitspraak stond geen gewoon rechtsmiddel open.