ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6513
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Timmermans
- A. Kuijer
- M. Raeijmaekers
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage inzake bedreiging met misdrijf tegen het leven en zware mishandeling
Op 29 november 2001 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Genc, Turkije. De verdachte was ter terechtzitting gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. Sytema. De officier van justitie, mr. Oostenbrink, had gevorderd dat de verdachte voor het feit onder 3 zou worden vrijgesproken en voor de feiten onder 1 en 2 veroordeeld zou worden tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft geoordeeld dat het feit onder 3 niet wettig en overtuigend bewezen was, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Echter, de rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wel schuldig was aan de feiten onder 1 en 2, namelijk bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, en heeft de voorlopige hechtenis opgeheven op het moment dat de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis gelijk was aan de onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte, die onder invloed van alcohol en drugs was, zich schuldig had gemaakt aan ernstige bedreigingen. De psychiater R.J.H. Winter had gerapporteerd dat de feiten de verdachte volledig toe te rekenen waren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De toepasselijke wetsartikelen waren onder andere 14a, 14b, 14c, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters Timmermans, Kuijer en Raeijmaekers, in aanwezigheid van griffier mr. Hoekstra.