ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6391
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake handel in XTC-pillen en amfetamine met vrijspraak voor primair telastgelegde feiten
Op 27 november 2001 heeft de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen de verdachte Tazourakht, die werd bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. P.A. Willemse. De zaak betrof de handel in XTC-pillen en amfetamine, waarbij de verdachte op de uitkijk stond bij de verkoop en aflevering van een hoeveelheid XTC-pillen. De officier van justitie, mr. S. de Vries, had gevorderd dat de verdachte voor het primair telastgelegde feit zou worden vrijgesproken, maar voor de subsidiaire en tweede telastgelegde feiten een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, zou worden opgelegd.
Tijdens de terechtzitting op 13 november 2001 heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht het primair telastgelegde feit te hebben begaan, en sprak hem daarvan vrij. De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de subsidiaire en tweede telastgelegde feiten, en verklaarde deze feiten strafbaar. De rechtbank overwoog dat de verdachte een meer ondergeschikte rol had gespeeld in de handel in XTC-pillen, maar dat deze handel schadelijk is voor de volksgezondheid en bijdraagt aan criminaliteit en overlast.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden en een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis. De straf werd gemotiveerd door de ernst van de gepleegde feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die nog niet eerder met justitie in aanraking was gekomen. De rechtbank legde ook een proeftijd van 2 jaar op, waarin de verdachte zich niet schuldig mocht maken aan een strafbaar feit. Het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, H.J. van Dijk, en mr. Roché was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.