ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 'S-GRAVENHAGE, STRAFSECTOR
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummers 09-757261-99 en 09/004017-01
rolnummer 0004 en 0003
's-Gravenhage, 27 november 2001
De arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte]
[geboortedatum] te Delft,
[adres]
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 13 november 2001 .
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr A.P. Visser, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr S. de Vries heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding met parketnummer 09/757261-99 onder 1, 2, 3, 4 en 5 en bij dagvaarding met parketnummer 09/004017-01 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Aan verdachte is telastgelegd - na wijziging van de telastlegging ter terechtzitting - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopieën van de dagvaarding met parketnummer 09/757261-99, gemerkt A, de vordering wijziging telastlegging ten aanzien van deze dagvaarding, gemerkt A1 en de dagvaarding met parketnummer 09/004017-01, gemerkt A2.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij - gewijzigde - dagvaarding met parketnummer 09/757261-99 onder 3 en 4 is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Deze feiten zien op leveringen waarvan de pillen niet zijn onderschept en derhalve niet zijn onderzocht op de aanwezigheid van op grond van de Opiumwet verboden stoffen. Van deze pillen kan ook niet op andere wijze bewezen worden geacht dat ze genoemde stoffen bevatten.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/757261-99 onder 1, 2 en 5 en bij dagvaarding met parketnummer 09/004017-01 vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopieën daarvan, gemerkt B ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 09/757261-99 en gemerkt B1 ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 09/004017-01.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen. Verdachte heeft zich beziggehouden met handel in XTC-pillen. Zijn rol bestond uit het verkopen, afleveren en vervoeren van XTC-pillen. Hij vervulde een spilfunctie in het circuit waarin hij verkeerde en heeft anderen bij deze handel ingeschakeld en risico laten lopen. Voorts heeft hij een zeer grote hoeveelheid XTC-pillen voorhanden gehad.
Verdachte heeft een belangrijke rol gespeeld bij het in omloop brengen van grote voor handelsdoeleinden bestemde hoeveelheden XTC-pillen. Deze pillen bevatten stoffen waarvan het gebruik niet alleen schadelijk is voor de volksgezondheid, maar die ook direct en indirect oorzaak zijn van vele vormen van criminaliteit en overlast.
Voorts heeft verdachte, samen met anderen, uit een woning een telefoon, sieraden en geld weggenomen. Een ernstig feit, dat het slachtoffer veel overlast, ergernis en gevoelens van onveiligheid bezorgt en onrust in de samenleving doet ontstaan.
De rechtbank heeft acht geslagen op een voorlichtingsrapport d.d. 28 mei 2001 en een aanvullend voorlichtingsrapport d.d. 26 oktober 2001 van de Sector Justitiële Verslavingszorg van Psycho-Medisch Centrum Parnassia.
Uit een op naam van verdachte staand uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt dat hij eerder met justitie in aanraking is geweest, ook in verband met delicten als de onderhavige.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
Ter terechtzitting heeft de verdachte afstand gedaan van de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 3 en 4 onttrekken aan het verkeer, zijnde deze voorwerpen voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de bewezenverklaarde feiten zijn begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 36b, 36c, 47, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij - gewijzigde - dagvaarding met parketnummer 09/757261-99 onder 3 en 4 telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij
-gewijzigde- dagvaarding met parketnummer 09/757261-99 onder 1, 2 en 5 en bij dagvaarding met parketnummer 09/004017-01 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
ten aanzien van parketnummer 09/757261-99, feit 1, feit 2:
MEDEPLEGEN VAN OPZETTELIJK HANDELEN IN STRIJD MET EEN IN ARTIKEL 2, EERSTE LID, ONDER B VAN DE OPIUMWET GEGEVEN VERBOD, MEERMALEN GEPLEEGD;
ten aanzien van parketnummer 09/757261-99, feit 5:
MEDEPLEGEN VAN OPZETTELIJK HANDELEN IN STRIJD MET EEN IN ARTIKEL 2, EERSTE LID, ONDER C VAN DE OPIUMWET GEGEVEN VERBOD;
ten aanzien van parketnummer 09/004017-01:
DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN WAARBIJ DE SCHULDIGE ZICH DE TOEGANG TOT DE PLAATS VAN HET MISDRIJF HEEFT VERSCHAFT DOOR MIDDEL VAN INKLIMMING;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de hem onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op :25 april 2001,
in voorlopige hechtenis gesteld op :27 april 2001,
verklaart onttrokken aan het verkeer de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 3 en 4;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs I.E. de Vries, voorzitter,
E.R. Houweling en N.O.P. Roché, rechters,
in tegenwoordigheid van H.J. van Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 november 2001.
Mr Roché is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.