ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6385
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage inzake handel in XTC-pillen en diefstal
Op 27 november 2001 heeft de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere misdrijven, waaronder de handel in XTC-pillen en diefstal. De terechtzitting vond plaats op 13 november 2001, waar de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.E.H.G. le Clercq-Tijks, aanwezig was. De officier van justitie, mr. S. de Vries, eiste een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis had doorgebracht.
De rechtbank heeft de telastlegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht de feiten onder 1 en 2 te hebben gepleegd, en sprak hem daarvan vrij. Echter, de rechtbank achtte de feiten onder 3 en 4 wel bewezen. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan de opzet tot handel in XTC-pillen, wat een ernstige inbreuk op de volksgezondheid met zich meebracht, en aan diefstal door samen met anderen goederen weg te nemen uit een woning.
De rechtbank overwoog dat de verdachte, ondanks eerdere voorwaardelijke veroordelingen, opnieuw in de fout was gegaan. De opgelegde straf van 10 maanden gevangenisstraf werd gemotiveerd door de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de samenleving. De rechtbank bepaalde dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. Dit vonnis is ondertekend door de rechters en griffier en werd uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.