ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6300
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een minderjarige Sierra Leoonse verzoekster op basis van ongeloofwaardige nationaliteit
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 19 februari 2001 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een minderjarige die stelt de Sierra Leoonse nationaliteit te bezitten, heeft een aanvraag ingediend voor toelating als vluchteling. De gemachtigde van verzoekster heeft in een brief van 12 februari 2001 aangegeven dat er twijfel bestaat over de nationaliteit van verzoekster. De president heeft, na het horen van de zaak, geoordeeld dat de verklaring van verzoekster over haar nationaliteit ongeloofwaardig is en dat er geen geloof kan worden gehecht aan haar relaas. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat verzoekster geen documenten heeft overgelegd ter bevestiging van haar identiteit en nationaliteit, en dat zij geen relevante informatie heeft kunnen verstrekken over haar land van herkomst.
De president heeft vastgesteld dat de aanvraag van verzoekster onder het nieuwe beleid voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA's) valt, zoals neergelegd in TBV 2000/30, dat geldig was van 4 januari 2001 tot en met 31 maart 2001. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat verzoekster door het opgeven van een onjuiste nationaliteit het onderzoek naar adequate opvang in haar land van herkomst heeft gefrustreerd. De president heeft geoordeeld dat het beleid van verweerder niet kennelijk onredelijk is toegepast en dat de aanvraag van verzoekster op goede gronden in de AC-procedure kon worden afgedaan.
Uiteindelijk heeft de president het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De president heeft geconcludeerd dat er geen klemmende redenen van humanitaire aard zijn die een vergunning tot verblijf rechtvaardigen, en dat verzoekster thans verwijderbaar is. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.