ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6034

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 november 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/925329-01
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Timmermans
  • A. van der Burg
  • J. Teerds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage inzake bedreiging met enig misdrijf tegen het leven en brandstichting

Op 22 november 2001 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven en brandstichting. De terechtzitting vond plaats op 8 november 2001. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een vriend, betrokken was bij een conflict bij een garagebedrijf over een geleende sleepkabel. Tijdens dit conflict heeft de vriend van de verdachte met een mes gezwaaid en stekende bewegingen gemaakt richting aanwezigen, terwijl de verdachte een ijzeren buis heeft gepakt om angst aan te jagen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de hem bij dagvaarding onder 1 telastgelegde feiten had begaan, en sprak hem daarvan vrij. Echter, het tweede feit, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven, werd wel bewezen verklaard. De rechtbank overwoog dat het handelen van de verdachte ernstig was en dat hij nauwelijks eerder met justitie in aanraking was geweest. De rechtbank legde een taakstraf op van 100 uur en verklaarde de in beslag genomen ijzeren buis verbeurd. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat deze al was afgedaan in de zaak tegen de medeverdachte. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere telastgelegde feiten die niet bewezen waren verklaard.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 'S-GRAVENHAGE, STRAFSECTOR
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/925329-01
rolnummer 1
's-Gravenhage, 22 november 2001
De arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Turkije),
wonende te [woonplaats], [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 8 november 2001.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
De raadsvrouw, mr. R. Janssen-Agsteribbe, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Degeling heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 primair en onder 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen (hierna te noemen Beslaglijst) onder verdachte inbeslaggenomen buis zal worden verbeurdverklaard.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 1 primair en subsidiair is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding onder 2 vermelde feit heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijf oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden, waaronder het is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen straf het volgende overwogen.
Verdachte heeft ruzie gehad bij een garagebedrijf over een geleende sleepkabel. Hierbij is een vriend van hem betrokken geraakt. Samen met die vriend heeft verdachte de in de garage aanwezigen grote angst aangejaagd door hen verbaal met de dood en met brandstichting te bedreigen, waarbij de vriend met een mes heeft gezwaaid en stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van één van de daar aanwezige personen. Verdachte heeft - kennelijk om daarmee vrees aan te jagen - een ijzeren buis gepakt. Dergelijk handelen is volstrekt onaanvaardbaar en de rechtbank rekent verdachte dit feit dan ook ernstig aan.
In het voordeel van verdachte laat de rechtbank wegen dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d. 2 maart 2001 nauwelijks met de politie en justitie in aanraking geweest en zeker niet voor een soortgelijk feit.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van een werkstraf van de in het dictum genoemde duur hier passend en geboden is.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen ijzeren buis verbeurdverklaren, zijnde dit voorwerp voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met behulp van dit aan verdachte toebehorende voorwerp het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan.
De vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot f 649,-.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien deze reeds is afgedaan in de zaak tegen de medeverdachte.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder 1 primair en subsidiair telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding onder 2 telastgelegde feit heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
MEDEPLEGEN VAN BEDREIGING MET ENIG MISDRIJF TEGEN HET LEVEN GERICHT
en
MEDEPLEGEN VAN BEDREIGING MET BRANDSTICHTING;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
een taakstraf, bestaande uit
een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid voor de tijd van 100 uur;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uur per dag, zodat 94 uren resteren.
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 47 dagen;
in verzekering gesteld op : 28 februari 2001,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 2 maart 2001, welke voorlopige hechtenis werd opgeschort met ingang van : 2 maart 2001;
heft op het opgeschorte bevel tot voorlopige hechtenis;
verklaart verbeurd het blijkens de aan dit proces-verbaal gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 1, te weten 1.00 STK Buis Kl:grijs - ijzeren buis grijs cq zilverkleurig;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij], [woonplaats], [adres], af;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Timmermans, voorzitter,
Van der Burg en Teerds, rechters,
in tegenwoordigheid van Van den Bosch, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 november 2001.