ECLI:NL:RBSGR:2001:AD5935
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kortenhorst
- A. van Putten-Göbbels
- J. van der Veen
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor gewelddadige roof met ernstige gevolgen voor het slachtoffer
Op 16 november 2001 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadige roof. De terechtzitting vond plaats op 2 november 2001, waarbij de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. Meijer, aanwezig was. De telastlegging was gebaseerd op een fotokopie van de dagvaarding, waarin de verdachte werd beschuldigd van een gewelddadige roof in een kantoorpand. De rechtbank oordeelde dat het bewezenverklaarde feit strafbaar was en dat de verdachte strafbaar was, aangezien er geen strafuitsluitingsgronden waren aangetoond.
De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. De rechtbank overwoog dat de verdachte, samen met drie anderen, een brute roof had gepleegd waarbij het slachtoffer, een hartpatiënt, ernstig werd bedreigd en gewond. De rechtbank hield rekening met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank erkende dat het aandeel van de verdachte in het geweld minder was dan dat van zijn mededaders, maar vond het belangrijk dat hij niet had gedistantieerd van hun gewelddadige handelingen.
De rechtbank baseerde haar beslissing op verschillende wetsartikelen, waaronder artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had een strafblad met eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten, wat de rechtbank meebracht in haar overwegingen. De rechtbank besloot dat een gedeeltelijk onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats was, met als doel de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank legde ook een proeftijd van twee jaar op, waarin de verdachte zich moest houden aan de voorschriften van de reclassering.