ECLI:NL:RBSGR:2001:AD5876
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verblijf bij grootouders van Marokkaanse nationaliteit en de toepassing van het Vreemdelingenrecht
In deze zaak hebben eisers, van Marokkaanse nationaliteit, verzocht om verblijf bij hun grootouders in Nederland. De president van de rechtbank heeft de zaak beoordeeld in het kader van een voorlopige voorziening, waarbij de relevante wetgeving van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) in acht zijn genomen. De president heeft vastgesteld dat eisers niet tot het gezin van hun grootouders behoren, wat een belangrijke voorwaarde is voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning op basis van gezinshereniging. De president heeft verder overwogen dat de achterlating van eisers in Marokko niet als onevenredig hard kan worden aangemerkt, gezien hun leeftijd en de mogelijkheid om zich zelfstandig te handhaven.
De president heeft ook de argumenten van eisers overwogen, waaronder de financiële afhankelijkheid van hun grootouders en het ontbreken van andere familieleden in Marokko die voor hen kunnen zorgen. Echter, deze argumenten zijn niet voldoende onderbouwd. De president concludeert dat de huidige voorwaarden voor gezinshereniging in het Vb gelijk zijn aan die in de oude regelgeving, waardoor toepassing van het oude rechtsregime niet tot een gunstiger resultaat voor eisers zal leiden. Uiteindelijk heeft de president de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen strijd is met de relevante wetgeving en dat de belangen van de gemeenschap zwaarder wegen dan die van eisers.
De uitspraak is gedaan door mr. P.K. Nihot, president, en is openbaar uitgesproken op 18 mei 2001. De president heeft geen termen aanwezig geacht voor het toekennen van proceskosten aan een van de partijen.