ECLI:NL:RBSGR:2001:AD5837
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.M. van Schuijlenburg
- E.A. Ruiter
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van vreemdeling en schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 2 november 2001 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiseres A, van Chinese nationaliteit. De Staatssecretaris van Justitie, verweerder, had op 15 juni 2001 de maatregel van bewaring opgelegd, die tot op dat moment voortduurde. Eiseres verzocht de rechtbank om de opheffing van de bewaring en om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 14 september 2001 had verweerder gesteld dat eiseres binnen twee weken voor een persoonlijke presentatie bij de Chinese autoriteiten zou worden opgeroepen, maar dit bleek niet te zijn gebeurd. De rechtbank oordeelde dat het voortduren van de bewaring niet langer gerechtvaardigd was, omdat verweerder onzorgvuldig had gehandeld. De rechtbank vond de verklaring van verweerder over het grote aantal Chinese vreemdelingen onvoldoende en er was geen duidelijkheid over de situatie van eiseres ten opzichte van andere vreemdelingen.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en beval de opheffing van de bewaring met ingang van de uitspraak. Tevens kende de rechtbank eiseres een schadevergoeding toe van fl. 5.250,- voor de onrechtmatige bewaring, berekend vanaf 28 september 2001, de uiterste datum waarop eiseres voor de presentatie zou worden opgeroepen. De rechtbank veroordeelde verweerder in de proceskosten van fl. 710,-, die door de Staat der Nederlanden aan de griffier van de rechtbank moesten worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. W.M. van Schuijlenburg en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Ruiter. Tegen deze uitspraak stonden geen rechtsmiddelen open.