ECLI:NL:RBSGR:2001:AD5421
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verzoeker afkomstig van Bakassi
In deze zaak heeft de president van de Rechtbank 's-Gravenhage op 20 april 2001 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker afkomstig van het schiereiland Bakassi. De verzoeker, die in Nederland verblijft, heeft een aanvraag om toelating als vluchteling ingediend, welke door de Staatssecretaris van Justitie was afgewezen. De president oordeelt dat, hoewel er twijfels zijn over de geloofwaardigheid van de verklaringen van de verzoeker, er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de situatie in Bakassi en de herkomst van de verzoeker. De president stelt vast dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken geen ambtsbericht heeft uitgebracht over de situatie in Bakassi, wat de beoordeling van de zaak bemoeilijkt. De president concludeert dat de afwijzing van de aanvraag niet gerechtvaardigd is zonder verder onderzoek naar de risico's die de verzoeker loopt bij terugkeer naar zijn land van herkomst.
De president wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe en gebiedt de verweerder om zich te onthouden van uitzetting van de verzoeker totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen. Tevens wordt de Staat der Nederlanden veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen, vooral in situaties waar de veiligheid en mensenrechten van de verzoeker in het geding zijn. De president wijst erop dat de situatie in Bakassi van wisselende stabiliteit is en dat de verzoeker niet als opposant wordt beschouwd door de autoriteiten van Nigeria of Kameroen, wat de noodzaak van een grondiger onderzoek onderstreept.