ECLI:NL:RBSGR:2001:AD5160

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
6 november 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09-900318-01
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude met goederen door verdachte via besloten vennootschap

Op 6 november 2001 heeft de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een langere periode goederen had gekocht bij verschillende bedrijven zonder de bijbehorende facturen te betalen. De verdachte maakte gebruik van een besloten vennootschap om deze fraude te plegen, wat resulteerde in aanzienlijke financiële schade voor de benadeelde bedrijven. Tijdens de terechtzitting op 23 oktober 2001 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.P. Visser, en er waren acht benadeelde partijen die zich hadden gevoegd in de procedure.

De rechtbank heeft de telastlegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het hem bij dagvaarding onder 2 telastgelegde feit had begaan, waardoor hij daarvan werd vrijgesproken. Echter, het feit dat de verdachte het bij dagvaarding onder 1 primair telastgelegde feit had begaan, werd wel bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, aangezien er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering zou worden gebracht. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld. De rechtbank heeft verschillende vorderingen tot schadevergoeding toegewezen, maar ook enkele partijen niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de schade niet was toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen voor de benadeelde partijen, die door de frauduleuze handelingen van de verdachte in financiële problemen zijn gekomen.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 'S-GRAVENHAGE, STRAFSECTOR
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09-900318-01
rolnummer 0003
's-Gravenhage, 6 november 2001
De arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
Verdachte
geboren 1951 te ‘s-Gravenhage,
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 23 oktober 2001.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr A.P. Visser, is verschenen en gehoord.
Er hebben zich acht benadeelde partijen gevoegd.
De officier van justitie mr Olland heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 primair en 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft tot niet-ontvankelijk verklaring geconcludeerd van de benadeelde partijen A.C. de Jong en Zoon B.V. (t.a.v. feit 1 primair onder a), Oral Hygiene Center B.V. (t.a.v. feit 1 primair onder c), Maxell Benelux B.V. (t.a.v. feit 1 primair onder g), Staalimex B.V. (t.a.v. feit 1 primair onder h), Amero Compressoren B.V. (t.a.v. feit 1 primair onder i), Buttonboss (t.a.v. feit 1 primair onder j) en Faes Flightcases B.V. (t.a.v. feit 1 primair onder k).
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht - onder verwijzing naar HR 23/5/00, NJ 2000, 474 - op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 2 is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen.
P.M.
Verweer onrechtmatig verkregen bewijs.
Ter terechtzitting heeft de raadsman van verdachte aangevoerd dat in het proces-verbaal van zoeking met betrekking tot de loods in de Zilverstraat aanvankelijk wordt gerelateerd dat op 13 juni 2001 de eerste zoeking plaatsvond terwijl het proces-verbaal van zoeking op 12 juni 2001 is gedateerd.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De verdachte is niet getroffen in het specifieke belang dat de, volgens de raadsman geschonden, norm beoogt te beschermen. De voorschriften ten aanzien van de huiszoeking beogen het belang van de eigenaar dan wel de gebruiker van de loods te beschermen en niet het belang van de verdachte. Niet aannemelijk is geworden dat verdachte in enig opzicht in zijn belangen is geschaad.
Ter terechtzitting heeft de raadsman voorts aangevoerd dat het onderzoek dat op 21 juni 2001 met toestemming van de eigenaar van het pand in het pand Laan van Nieuw Oost Indië 274 heeft plaatsgevonden onrechtmatig is geweest en derhalve niet tot het bewijs mag worden gebezigd nu het pand verhuurd was en geen toestemming tot voormeld onderzoek is gegeven door de huurder en/of de feitelijke gebruikers en geen bevel ex artikel 126k van het Wetboek van Strafvordering is afgegeven in verband met dit onderzoek. De rechtbank verwerpt dit verweer.
Uit de verklaring van de eigenaar van het pand (pagina 482 van het proces-verbaal) blijkt dat hij voormeld pand begin juni 2001 nagenoeg leeg aantrof en zijn makelaar het pand inmiddels alweer ter verhuur had aangeboden. De voormalig gebruikers en/of huurder wa(s)(ren) met onbekende bestemming vertrokken. Er werd op dat moment ook geen huur betaald. Gelet hierop was de eigenaar van het pand gerechtigd om de politie toestemming te geven een onderzoek in te stellen in het pand de door voormalig gebruiker(s) c.q. huurder achtergelaten goedleren ter hand te stellen. De raadsman heeft voorts nog betoogt dat reeds op 13 juni 2001 een zogenaamde "instap” in het pand zou hebben plaatsgevonden. Een dergelijke “instap” is evenwel niet aannemelijk geworden en overigens zou ter zake hetzelfde als bovenoverwogen gelden.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding onder 1 primair vermelde feit heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijf oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen. Verdachte heeft gedurende een langere periode bij een groot aantal bedrijven diverse goederen gekocht en laten afleveren zonder de facturen van deze goederen te betalen. Bij het plegen van de feiten heeft verdachte gebruik gemaakt van een besloten vennootschap. De bedrijven die te goeder trouw de goederen aan verdachte leverden, zijn hierdoor voor aanzienlijke bedragen door verdachte benadeeld.
De omstandigheid dat verdachte voor feit 2 wordt vrijgesproken brengt de rechtbank er niet toe een lichtere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Dit, in de eerste plaats, omdat het een oud feit betreft en, in de tweede plaats, gelet op de ernst van het wel bewezen verklaarde feit 1.
Uit een op naam van verdachte staand uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt dat hij eerder met justitie in aanraking is geweest.
De vorderingen van de benadeelde partijen.
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie betoogt dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk moeten worden verklaard aangezien de omvang van de geleden schade nog niet vast staat. Immers, een groot aantal goederen zijn onder een andere verdachten en in een andere strafzaak inbeslaggenomen. De officier van justitie is voornemens deze goederen te zijner tijd aan de benadeelde partijen te retourneren.
De rechtbank is evenwel van oordeel dat naar burgerlijk recht de schade voor de benadeelde partijen is ontstaan op het moment dat na het sluiten van de koopovereenkomst en de levering van de goederen verdachte in gebreke is gebleven de koopsom te voldoen.
Het enkele feit dat een deel van de goederen onder een ander strafvorderlijk inbeslag is genomen, mogelijk aan de benadeelde partijen kan worden geretourneerd doet aan de civielrechtelijke aansprakelijkheid van verdachte voor de schade niet af. Hooguit kan dit, te zijner tijd, een executiegeschil opleveren.
A.C. de Jong en Zonen B.V., gevestigd te 3134 KE Vlaardingen, Koningin Wilhelminahaven NZ 10, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 13.137,49.
Deze vordering, voorzover deze betrekking heeft op de levering poetspapier/vuilniszakken (te weten een bedrag groot ¦ 6.817,99) en levering vuilniszakken (te weten een bedrag groot ¦ 3.808,=), is door de bij het Voegingsformulier overgelegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 primair sub a. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij ontvankelijk is in zijn vordering en zal deze vordering toewijzen tot een bedrag groot ¦ 10.625,99.
De rechtbank zal de benadeelde partij A.C. de Jong en Zonen B.V. niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding voor het overige, aangezien deze schade niet is toegebracht door het bewezenverklaarde feit.
Oral Hygiene Center B.V., gevestigd te 3821 AP Amersfoort, Printerweg 15, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 11.934,80.
Deze vordering, voorzover deze betrekking heeft op factuur 104800 (te weten een bedrag groot ¦ 5.074,90), factuur 105215 (te weten een bedrag groot ¦ 4.445,29) en factuur 105482 (te weten een bedrag groot ¦ 629,61), is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 primair sub c. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij ontvankelijk is in zijn vordering en zal deze vordering toewijzen tot een bedrag groot ¦ 10.149,80.
De rechtbank zal de benadeelde partij Oral Hygiene Center B.V. niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding voor het overige, aangezien de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
Maxell Benelux B.V., gevestigd te 1083 CW Amsterdam, Wamberg 36, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 16.419,01.
Deze vordering, voorzover deze betrekking heeft op factuur 838360 (te weten een bedrag groot ¦ 3.430,63), factuur 838543 (te weten een bedrag groot ¦ 574,20), factuur 838580 (te weten een bedrag groot ¦ 4.831,98, factuur 838696 (te weten een bedrag groot ¦ 2.080,12), factuur 838844 (te weten een bedrag groot ¦ 3.809,90) en factuur 838901 (te weten een bedrag groot ¦ 428,40), is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 primair sub g. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij ontvankelijk is in zijn vordering en zal deze vordering toewijzen tot een bedrag groot ¦ 15.155,23.
De rechtbank zal de benadeelde partij Maxell Benelux B.V. niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding voor het overige, aangezien deze schade niet is toegebracht door het bewezenverklaarde feit.
Staalimex B.V., gevestigd te 4825 BC Breda, Konijnenberg 43, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 6.108,08.
Deze vordering, voorzover deze betrekking heeft op de factuur d.d. 12/3 (te weten een bedrag groot ¦ 2.453,21) en de factuur d.d. 20/3 (te weten een bedrag groot ¦ 1.907,=), is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 primair sub i. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij ontvankelijk is in zijn vordering en zal deze vordering toewijzen tot een bedrag groot ¦ 4.360,21.
De rechtbank zal de benadeelde partij Staalimex B.V. niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding voor het overige, aangezien deze schade niet is toegebracht door het bewezenverklaarde feit.
Amero Compressoren B.V., gevestigd te 1171 AG Badhoevedorp, Kamerlingh Onneslaan 2, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 1.624,35.
De rechtbank zal de benadeelde partij Amero Compressoren B.V. niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding aangezien deze schade niet is toegebracht door het bewezenverklaarde feit.
Buttonboss B.V., gevestigd te 7544 RT Enschede, De Reulver 102, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 5.355,=.
Deze vordering is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 primair sub j. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij ontvankelijk is in zijn vordering en zal deze vordering toewijzen.
Faes Flightcases B.V., gevestigd te 5531 MB Blade, Rootven 4, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 6.422,50.
Deze vordering is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 primair onder k. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij ontvankelijk is in zijn vordering en zal deze vordering toewijzen.
Diverseylever B.V., gevestigd te 3542 DN Utrecht, Maarssenbroeksedijk 2, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot ¦ 13.186,38.
Deze vordering is door de bij het Voegingsformulier overgelegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - haar grondslag vindt in het bij dagvaarding onder 1 primair onder s. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank bepaalt derhalve dat de benadeelde partij ontvankelijk is in zijn vordering en zal deze vordering toewijzen.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 326a van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder 2 telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding onder 1 primair telastgelegde feit heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
EEN BEROEP OF EEN GEWOONTE MAKEN VAN HET KOPEN VAN GOEDEREN MET HET OOGMERK OM ZONDER VOLLEDIGE BETALING ZICH OF EEN ANDER DE BESCHIKKING OVER DIE GOEDEREN TE VERZEKEREN;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de hem onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op :13 juli 2001,
in voorlopige hechtenis gesteld op :17 juli 2001;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen toe en veroordeelt verdachte voorts:
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan A.C. de Jong en Zonen B.V., gevestigd te 3134 KE Vlaardingen, Koningin Wilhelminahaven NZ 10, een bedrag van ¦ 10.625,99, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij A.C. de Jong en Zonen B.V. voornoemd voor het overige niet ontvankelijk is in zijn vordering tot schadevergoeding, en dat deze zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Oral Hygiene Center B.V., gevestigd te 3821 AP Amersfoort, Printerweg 15, een bedrag van ¦ 10.149,80, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij Oral Hygiene Center B.V. voornoemd voor het overige niet ontvankelijk is in zijn vordering tot schadevergoeding, en dat deze zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Maxell Benelux B.V., gevestigd te 1083 CW Amsterdam, Wamberg 36, een bedrag van ¦ 15.155,23, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij Maxell Benelux B.V. voornoemd voor het overige niet ontvankelijk is in zijn vordering tot schadevergoeding, en dat deze zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Staalimex B.V., gevestigd te 4825 BC Breda, Konijnenberg 43, een bedrag van ¦ 4.360,21, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij Staalimex B.V. voornoemd voor het overige niet ontvankelijk is in zijn vordering tot schadevergoeding, en dat deze zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
bepaalt dat de benadeelde partij Amero Compressoren B.V. niet ontvankelijk is in zijn vordering tot schadevergoeding, en dat deze zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Buttonboss, wonende te 7544 RT Enschede, De Reulver 102, een bedrag van ¦ 5.355,=, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Faes Flightcases B.V., gevestigd te 5531 MB Bladel, Rootven 4, een bedrag van ¦ 6.422,50, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Diverseylever B.V., gevestigd te 3542 DN Utrecht, Maarssenbroeksedijk 2, een bedrag van
¦ 13.186,38, met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Stemker Köster, voorzitter,
De Boer en Wapenaar, rechters,
in tegenwoordigheid van Van Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 oktober 2001.