ECLI:NL:RBSGR:2001:AB3086
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W. Sentrop
- Rechtspraak.nl
Prematuur beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar door opvolgend gemachtigde; strijd met goede procesorde
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 15 maart 2001 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift tegen de weigering van de Minister van Binnenlandse Zaken om een verklaring van ongehuwd zijn en een uittreksel uit het geboorteregister te legaliseren. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de huidige gemachtigde van eiser, zonder zich te laten informeren over de stand van zaken, beroep had ingesteld terwijl verweerder nog in afwachting was van nadere informatie van de vorige gemachtigde. De rechtbank benadrukte dat het indienen van een beroep in deze situatie in strijd was met de goede procesorde. De rechtbank stelde vast dat de gemachtigde van eiser op 17 mei 2000 een termijn had gekregen om nadere gronden in te dienen, maar dat deze termijn niet was nageleefd. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een fictieve weigering van verweerder om op het bezwaar te beslissen, aangezien de aangekondigde nadere informatie van eiser nog niet was ontvangen. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees erop dat de indiener van het verzetschrift binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet kon aantekenen.