ECLI:NL:RBSGR:2001:AB2419
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdige uitreiking van beschikking in asielprocedure en gevolgen van termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 11 mei 2001 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de Iraanse eiser, vertegenwoordigd door mr. I.M. Hidding van de Stichting Rechtsbijstand Asiel Noordoost-Nederland, in beroep ging tegen een beschikking van de Staatssecretaris van Justitie. De eiser had op 19 april 2001 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze was op 22 april 2001 afgewezen. De rechtbank behandelde het beroep op 4 mei 2001, waarbij de eiser aanwezig was met zijn gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd was door mr. J. van Koesveld.
De kern van de zaak betrof de tijdige uitreiking van de beschikking. Partijen waren het erover eens dat de beschikking vijf minuten na aanvang van het zogenaamde vovo-uurtje was uitgereikt. De verweerder verwees naar het beleid neergelegd in C12/1 Vc 2000, waarin staat dat een beschikking uiterlijk een uur voor het einde van de aanmeldcentrumprocedure moet worden uitgereikt. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de beschikking na het genoemde tijdstip was uitgereikt, er geen bewijs was dat de eiser in zijn procesbelang was geschaad. De rechtbank vond het beleid van de verweerder niet onredelijk en concludeerde dat de termijnoverschrijding niet fataal was.
De rechtbank oordeelde dat er geen bezwaren aan de zijde van de eiser waren tegen de bestreden beschikking en dat de aanvraag zich voor afdoening in het aanmeldcentrum leende. Het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. A.M. Koene, met mr. J.J.M. Pinners als griffier.