ECLI:NL:RBSGR:2001:AB2004
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling van een Iraakse nationaliteit met politieke overtuiging en acute vluchtsituatie
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 11 april 2001 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, een Iraakse nationaliteit, die asiel heeft aangevraagd op basis van zijn politieke overtuiging en de acute vluchtsituatie waarin hij zich bevond. Eiser, die behoort tot de Arabisch-sjiïtische bevolkingsgroep, heeft na zijn actieve deelname aan de Intifadah in Irak, waar hij als moeras-Arabier in het moerasgebied woonde, een aanvraag ingediend voor toelating als vluchteling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er wel degelijk sprake is van een acute vluchtsituatie, in tegenstelling tot de opvatting van de verweerder. De rechtbank baseert haar oordeel op ambtsberichten van de minister van Buitenlandse Zaken en de persoonlijke omstandigheden van eiser, waaronder zijn desertie uit het Iraakse leger en zijn lidmaatschap van de Al-Dawa-partij. De rechtbank oordeelt dat eiser niet kan worden verwacht in het moerasgebied te blijven, gezien de toenemende dreiging van arrestatie door de Iraakse autoriteiten. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de eerdere beschikking van de verweerder en verplicht deze om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.