ECLI:NL:RBSGR:2001:AB2001
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vluchtelingenstatus aan Iraakse asielzoeker met politieke achtergrond
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 1 februari 2001 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, een Iraakse asielzoeker, tegen de afwijzing van zijn aanvragen om vluchtelingenstatus en een vergunning tot verblijf door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Eiser, afkomstig uit Centraal-Irak en lid van de Iraakse Communistische Partij (ICP), heeft gedurende zijn leven in Irak verschillende politieke activiteiten ontplooid en heeft te maken gehad met vervolging door de Iraakse autoriteiten. Na een periode van onderduiken in Noord-Irak, heeft hij op 19 juni 1997 asiel aangevraagd in Nederland. De IND heeft zijn aanvragen afgewezen, stellende dat eiser geen gegronde reden heeft om te vrezen voor vervolging en dat hij een binnenlands vestigingsalternatief in Noord-Irak zou hebben. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de IND onvoldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser en de relevante banden die hij heeft met Noord-Irak. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser wel degelijk als vluchteling moet worden aangemerkt ten aanzien van Centraal-Irak, maar dat de vraag of hij een vestigingsalternatief heeft in Noord-Irak niet adequaat is onderzocht. De rechtbank heeft de bestreden beschikking van de IND vernietigd en verweerder opgedragen een nieuwe beschikking te geven, waarbij de rechtsgevolgen van de eerdere afwijzing niet in stand worden gelaten. Tevens is de IND veroordeeld in de proceskosten van eiser.