ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1994
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van een Sierra Leoonse vreemdeling in het kader van Mobiel Toezicht Vreemdelingen
In deze zaak gaat het om de onrechtmatige bewaring van een Sierra Leoonse vreemdeling, die op 25 februari 2001 werd staande gehouden tijdens een steekproefsgewijze controle in het kader van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV). De rechtbank oordeelt dat er geen rechtmatige aanleiding was voor deze controle, aangezien het proces-verbaal van staandehouding geen relevante informatie bevatte die de steekproef rechtvaardigde. De vreemdeling werd op 26 februari 2001 in bewaring gesteld op basis van artikel 26, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw). Echter, met de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw2000) op 1 april 2001, is deze grondslag komen te vervallen. De rechtbank stelt vast dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf had en dat de bewaring onrechtmatig was, omdat er geen kennisgeving was gedaan zoals vereist door de nieuwe wetgeving. De rechtbank concludeert dat de vreemdeling recht heeft op schadevergoeding voor de onterecht doorgebrachte dagen in bewaring, en kent een totaalbedrag van fl. 6050,- toe. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en veroordeelt de Staat der Nederlanden in de proceskosten.