ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1992
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de bewaring van een vreemdeling en toekenning van schadevergoeding
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 20 februari 2001 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, die zich sinds 23 november 2000 in bewaring bevond op grond van artikel 26 van de Vreemdelingenwet. De vreemdelinge, geboren in 1977 en van Sudanese nationaliteit, was in afwachting van uitzetting naar Nigeria. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, onvoldoende voortvarend te werk ging, waardoor er geen reëel zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestond. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 7 december 2000 er geen concrete uitzettingsactiviteiten meer waren verricht. De presentatie van de vreemdelinge bij de Nigeriaanse autoriteiten, die gepland was op 17 januari 2001, kon niet doorgaan door vervoersproblemen en een interne reorganisatie bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De rechtbank concludeerde dat deze vertraging voor rekening en risico van de verweerder kwam.
De rechtbank stelde vast dat de relevante periode voor schadevergoeding liep van 17 januari 2001 tot 20 februari 2001, wat neerkomt op 34 dagen. Hoewel de rechtbank oordeelde dat er redenen van billijkheid waren om de schadevergoeding te matigen tot een kwart, werd er uiteindelijk een schadevergoeding van f. 1275,- toegekend aan de vreemdelinge. Daarnaast werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten, die op f. 1065,- werden vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat de vreemdelinge het onderzoek naar haar identiteit en nationaliteit had gefrustreerd door vol te houden dat zij van Sudanese nationaliteit was, ondanks de weigering van de Sudanese autoriteiten om een laissez-passer af te geven. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, voor zover het betreft de beslissing op het verzoek om schadevergoeding.