ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1928
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- H.F.J.M. Schröder
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublinclaim en gezinshereniging
In deze zaak, behandeld door de president van de Rechtbank 's-Gravenhage, hebben verzoekers, een moeder en haar twee zonen van Kroatische nationaliteit, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De verzoekers willen als gezin in Nederland blijven, terwijl de echtgenoot van de moeder in de asielprocedure in Nederland is opgenomen. De president overweegt dat de medische toestand van de verzoekster, die lijdt aan posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), ernstig is en dat een scheiding van haar echtgenoot en kinderen naar Oostenrijk een reëel risico op decompensatie en suïcidaal gedrag met zich meebrengt. Dit wordt onderbouwd door psychiatrische rapporten die zijn ingediend door de gemachtigde van de verzoekers.
De president stelt vast dat de verzoekers tot hun komst naar Nederland als gezin samen hebben geleefd en dat de verzoeker sub 2, de meerderjarige zoon, afhankelijk is van de steun van zijn in Nederland verblijvende familie. De president concludeert dat de verzoeker sub 2 onder de werking van het Besluit 1/2000 valt, wat betekent dat de Nederlandse autoriteiten de verantwoordelijkheid voor zijn asielaanvraag moeten overnemen. De president wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en gebiedt de verweerder om zich te onthouden van iedere maatregel tot verwijdering of uitzetting van de verzoekster totdat op het bezwaarschrift is beslist. Tevens wordt de verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan op 21 februari 2001 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.