ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1927
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buitenbehandelingstelling en verzoek om heroverweging van asielaanvraag van Angolese vreemdeling
In deze zaak gaat het om een Angolese vreemdeling die in beroep gaat tegen de buitenbehandelingstelling van zijn aanvraag voor een vergunning tot verblijf en om een verzoek om heroverweging van een eerdere asielaanvraag. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 30 maart 2001 uitspraak gedaan. Eiser, geboren in 1978, heeft in 1999 een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf met als doel verblijf bij zijn partner. Deze aanvraag werd buiten behandeling gesteld wegens het ontbreken van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft hij beroep ingesteld, dat onder nummer 99/8832 aanhangig is gemaakt.
Daarnaast heeft eiser in 1998 verzocht om terug te komen op de beslissing van 1996, waarbij zijn asielaanvraag was afgewezen. Verweerder beschouwde dit verzoek als een onvolledige aanvraag en heeft eiser verzocht om de aanvraag aan te vullen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de weigering om te beslissen, wat resulteerde in een tweede beroep onder nummer 00/6983. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende motivering is gegeven voor het niet verlenen van een vrijstelling van het mvv-vereiste voor vreemdelingen met uitstel van vertrek, zoals in het geval van eiser.
De rechtbank oordeelt dat de bestreden beschikking niet voldoende is gemotiveerd en verklaart het beroep met nummer 99/8832 gegrond. De rechtbank vernietigt de beschikking en draagt verweerder op om opnieuw op het bezwaar te beslissen. Het beroep met nummer 00/6983 wordt ongegrond verklaard. De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon voor de vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. G.F.H. Lycklama à Nijeholt en uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2001.