ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1923
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de aanvraag voor een vergunning tot verblijf en het middelenvereiste in het vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 april 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Marokkaanse, en de Staatssecretaris van Justitie. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf bij haar partner, maar deze aanvraag was door verweerder afgewezen op basis van het niet voldoen aan het middelenvereiste. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte had gesteld dat de toetsing enkel op het moment van de aanvraag moest plaatsvinden. De rechtbank benadrukte dat ook gegevens die na de aanvraag zijn ingediend, in de beoordeling moeten worden meegenomen. Dit is in lijn met de ex nunc toetsing die vereist dat alle relevante feiten en omstandigheden gedurende de procedure worden meegewogen. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet had aangetoond dat referent niet voldeed aan het duurzaamheidvereiste, omdat de arbeidsovereenkomst van referent op het moment van de beoordeling voldoende duur had. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en verweerder opgedragen om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres.