ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1768
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding na onrechtmatige bewaring van vreemdeling
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 28 maart 2001 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiser A, van Egyptische nationaliteit. Eiser was op 29 juli 2000 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet, en de bewaring heeft meer dan zes maanden geduurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring op 9 februari 2001 door verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, is opgeheven, maar dat dit te laat was, aangezien de termijn van zes maanden op 28 januari 2001 was verstreken. Eiser heeft aangevoerd dat de voortduring van de bewaring na deze termijn niet langer rechtmatig was en heeft verzocht om schadevergoeding.
De rechtbank overwoog dat verweerder de schadevergoeding tot nihil had kunnen beperken door eiser onmiddellijk na het verstrijken van de termijn in vrijheid te stellen. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet had betwist dat de voortduring van de bewaring niet langer gerechtvaardigd was en dat er geen feiten of omstandigheden waren aangevoerd die dit zouden kunnen rechtvaardigen. De rechtbank heeft de schadevergoeding vastgesteld op f 1.500,-, ter compensatie voor de onrechtmatige vrijheidsontneming van eiser.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de Staatssecretaris van Justitie veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op f 1.420,-. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, voor zover het betreft het al dan niet toekennen van schadevergoeding of de hoogte daarvan. De uitspraak is gedaan door rechter F. Salomon en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier K. van Berloo.