ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1755
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling en AMA-beleid voor Guinese minderjarige asielzoeker
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 27 maart 2001 uitspraak gedaan in een beroep van een Guinese minderjarige asielzoekster, A, die een aanvraag had ingediend voor toelating als vluchteling en een vergunning tot verblijf op basis van het AMA-beleid. De eiseres, geboren in 1981, had eerder aanvragen ingediend die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) waren afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de IND niet enkel op basis van de ongeloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres het beroep op het AMA-beleid kon passeren. De rechtbank benadrukte dat het AMA-beleid is bedoeld om bijzondere bescherming te bieden aan minderjarigen en dat de IND ten onrechte had geconcludeerd dat eiseres zich zonder hulp of opvang zelfstandig zou kunnen redden.
De rechtbank stelde vast dat eiseres sinds jonge leeftijd op de markt had gewerkt en daarmee haar gezin had onderhouden, maar dat dit niet betekende dat zij zonder hulp zelfstandig kon overleven. De rechtbank wees op het ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken, waaruit bleek dat jongeren van 17 jaar in Guinee niet als zelfstandig worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de IND onvoldoende had aangetoond dat eiseres in Guinee adequate opvang zou hebben en dat de beslissing van de IND niet de vereiste zorgvuldigheid had in acht genomen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, vernietigde de bestreden besluiten van de IND en droeg de IND op om opnieuw in bezwaar te beslissen. Tevens werd de IND veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiseres. Deze uitspraak is van belang voor de toepassing van het AMA-beleid en de bescherming van minderjarige asielzoekers.