ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1124
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielprocedure met betrekking tot authenticiteit van documenten
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 februari 2001 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, een Iraanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf op grond van klemmende redenen van humanitaire aard, maar deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat verzoeker een niet-authentiek document had overgelegd, zoals vastgesteld in een individueel ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken. De rechtbank oordeelde dat de formele rechtskracht van eerdere uitspraken niet zo ver gaat dat deze bindend zijn voor nieuwe aanvragen op andere gronden. De president van de rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris het individueel ambtsbericht niet had getoetst op de juiste wijze en dat het bezwaar van verzoeker een redelijke kans van slagen had. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, en werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker. De president bepaalde dat de Staatssecretaris zich moest onthouden van uitzettingsmaatregelen totdat er een beslissing op het bezwaar was genomen.