ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1070
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. van Bennekom
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een besluit tot afwijzing van een aanvraag voor een vergunning tot verblijf op basis van onjuiste feitelijke grondslag
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 februari 2001 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie, waarbij de aanvraag van eiser voor een vergunning tot verblijf werd afgewezen. Eiser, een Turkse nationaliteit, had in 1997 een aanvraag ingediend, die in 1998 werd afgewezen. Na een lange bezwaarfase, waarin eiser meerdere aanvullende stukken indiende, werd het bezwaar in januari 1999 ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat het bestreden besluit op een onjuiste feitelijke grondslag berustte. De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit inderdaad niet zorgvuldig tot stand was gekomen, omdat verweerder niet had geverifieerd of de situatie van eiser en zijn partner, die op dat moment voldoende middelen van bestaan had, was gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat de door verweerder gestelde toename van bestuurslast niet opwoog tegen de zorgvuldigheidseisen die in deze procedure golden. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.