ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1013
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. van Bennekom
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige inbewaringstelling en schadevergoeding in vreemdelingenzaak
In deze zaak gaat het om de onrechtmatige inbewaringstelling van eiseres, een Bulgaarse nationaliteit, die op 17 november 2000 in verzekering is gesteld en op 19 november 2000 in bewaring is genomen. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft geoordeeld dat verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, in gebreke is gebleven om de door de rechtbank gevraagde informatie over de strafvorderlijke activiteiten tijdens de inverzekeringstelling te verschaffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stelling van verweerder, dat het strafvorderlijke voortraject niet ter beoordeling staat, onjuist is. Dit is van belang voor de marginale toetsing die de rechtbank moet uitvoeren om te bepalen of de bewaring onrechtmatig is geweest.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er gebreken zijn in het strafvorderlijke voortraject, waardoor de inbewaringstelling van eiseres vanaf het begin onrechtmatig is geweest. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding voor de onterecht opgelegde vrijheidsontneming. De schadevergoeding is vastgesteld op ƒ 200,- per dag voor de tijd dat eiseres ten onrechte op een politiebureau was en ƒ 150,- per dag voor de tijd dat zij in een Huis van Bewaring verbleef.
Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op ƒ 710,-. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. van Bennekom en openbaar uitgesproken op 29 januari 2001. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, voor zover het betreft de toekenning van schadevergoeding of de hoogte daarvan.