ECLI:NL:RBSGR:2001:AB0681
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- C.E. Dettmeijer-Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening voor Somalische vluchtelinge met verzoek om uitstel van uitzetting
In deze zaak verzoekt de Somalische verzoekster om een voorlopige voorziening, zodat zij de behandeling van haar bezwaarschrift in Nederland kan afwachten. De president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat dit verzoek moet worden toegewezen. De verzoekster behoort tot de Reer Brawa, een minderheidsgroep in Somalië, en haar echtgenoot woont in Baraawe, een gebied dat niet als relatief veilig wordt beschouwd. De president stelt vast dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom verzoekster niet kan worden gerekend tot de groep alleenstaande vrouwen die onder bepaalde omstandigheden in aanmerking kan komen voor een vergunning tot verblijf zonder beperkingen. De president benadrukt dat het alleenstaande aspect van deze vrouwen cruciaal is voor hun aanvraag. De president concludeert dat verzoekster, bij terugkeer naar het relatief veilige gedeelte van Somalië, als alleenstaand zal worden beschouwd, wat haar in een kwetsbare positie zou brengen. De president wijst het verzoek toe en veroordeelt de Staatssecretaris van Justitie in de proceskosten van verzoekster, die op f 1420,- zijn vastgesteld. Tevens wordt het door verzoekster betaalde griffierecht van f 50,- vergoed.