ECLI:NL:RBSGR:2001:AB0657
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van asielaanvraag op basis van AMA-beleid voor Somalische vluchteling
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiser, een Somalische vluchteling, om toelating als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf. Eiser, geboren in 1982 en behorend tot de Galgale-clan, heeft zijn aanvraag ingediend op 18 mei 1996. De rechtbank behandelt het beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie, die in zijn besluit van 14 mei 1998 stelde dat eiser geen verblijfsrecht toekomt op basis van het AMA-beleid, omdat er aan zijn minderjarigheid werd getwijfeld en adequate opvang in Somalië beschikbaar zou zijn.
De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte heeft aangenomen dat adequate opvang voor eiser beschikbaar is in het door de Hawiye bewoonde deel van de provincie Mudug. De rechtbank wijst erop dat er onvoldoende bewijs is dat de ouders van eiser zich daar kunnen vestigen. Bovendien blijkt uit de procedure dat de Galgale-clan geen clanrelatie meer heeft met de Hawiye, maar aansluiting heeft gezocht bij de Majerteen-clan. Dit betekent dat de conclusie van verweerder dat eiser zich in het door de Hawiye bewoonde gebied kan vestigen, niet houdbaar is.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is en dat eiser recht heeft op een vergunning tot verblijf op basis van het AMA-beleid. De rechtbank verklaart het beroep gegrond voor zover dit zich richt tegen de weigering van de vergunning en vernietigt het bestreden besluit. Verweerder wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak, en de Staat der Nederlanden wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser.