ECLI:NL:RBSGR:2001:AB0655
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- W.J. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Libanese homoseksueel en de beoordeling van vervolgingsrisico
In deze zaak gaat het om de asielaanvraag van verzoeker, een man van Libanese nationaliteit, die vreest voor vervolging in zijn thuisland vanwege zijn homoseksuele geaardheid. Verzoeker heeft verklaard dat hij niet langer in staat is om zijn seksuele voorkeur verborgen te houden en dat hij niet in angst en onvrijheid wil leven. De rechtbank heeft de situatie van homoseksuelen in Libanon onderzocht, maar verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, kon geen informatie verschaffen over de positie van homoseksuelen in Libanon. De president van de rechtbank heeft geoordeeld dat het nog maar de vraag is of van verzoeker verlangd kan worden zijn gevoelens geheim te houden. De president heeft verweerder opgedragen om te onderzoeken of er in Libanon sprake is van een actief vervolgingsbeleid ten aanzien van homoseksuelen en in hoeverre daar uiting kan worden gegeven aan homoseksuele gevoelens.
De president heeft vastgesteld dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde reden heeft te vrezen voor bestraffing in verband met zijn seksuele geaardheid, omdat hij nooit problemen heeft ondervonden van de autoriteiten. De president heeft echter ook overwogen dat verzoeker niet langer kan leven in een situatie waarin hij zijn seksuele voorkeur moet verbergen. De rechtbank heeft het beroep van verzoeker gegrond verklaard en de bestreden beschikking van verweerder vernietigd. Tevens is de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven en is er schadevergoeding toegekend aan verzoeker. De president heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten en heeft bepaald dat het griffierecht aan verzoeker moet worden vergoed.