ECLI:NL:RBSGR:2001:AB0317
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Salomon
- Rechtspraak.nl
Ongewenstverklaring en de kwalificatie van geweldsmisdrijven in het vreemdelingenrecht
In deze zaak gaat het om de vraag of de ongewenstverklaring van eiser, die de Surinaamse nationaliteit bezit, kan worden opgeheven na een verblijf van tien jaar buiten Nederland. Eiser is in het verleden veroordeeld voor een geweldsmisdrijf en heeft verzocht om opheffing van de ongewenstverklaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het door eiser gepleegde misdrijf als ernstig geweldsmisdrijf moet worden aangemerkt. Verweerder stelde dat ieder geweldsmisdrijf als ernstig moet worden beschouwd, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet in overeenstemming is met de terminologie van de Vreemdelingencirculaire (Vc) 1994, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen geweldsmisdrijven en ernstige geweldsmisdrijven. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op ƒ 1.420,--. De uitspraak is gedaan op 2 januari 2001.