ECLI:NL:RBSGR:2001:AB0067
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielaanvraag met betrekking tot termijnoverschrijding
In deze zaak, behandeld door de president van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 15 januari 2001, gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen van verzoekers A en B. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H.W. Costermans, hebben bezwaar gemaakt tegen de niet-inwilliging van hun aanvragen om toelating als vluchteling door de Staatssecretaris van Justitie, vertegenwoordigd door mr. H.C. Kievit. De president heeft vastgesteld dat de behandeling van de aanvragen volgens de AC-procedure langer heeft geduurd dan de voorgeschreven 48 procesuren, wat leidt tot een termijnoverschrijding. De president oordeelt dat de beschikbaarheid van de dossiers van eerder toegelaten familieleden van verzoekers noodzakelijk was voor een zorgvuldige beslissing op hun aanvragen. De tijd die gemoeid is met het verkrijgen van deze dossiers dient voor rekening van de verweerder te komen, ongeacht de afspraken die zijn gemaakt met de rechtshulp. Hierdoor had de president de verzoekers door moeten verwijzen naar een OC voor verdere afhandeling van hun aanvragen.
De president heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de Staatssecretaris van Justitie veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, vastgesteld op f 1.420,-. Dit bedrag is berekend op basis van de punten voor het verzoekschrift en het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van f 710,-. Tevens is gelast dat de Staat der Nederlanden het door verzoekers betaalde griffierecht van f 50,- vergoedt. De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet, waarbij de president de relevante artikelen heeft toegepast.