ECLI:NL:RBSGR:2000:AB1416
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering tewerkstellingsvergunning voor Poolse aspergestekers op basis van ontbrekende vergunning tot verblijf
In deze zaak heeft de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage op 17 november 2000 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een tewerkstellingsvergunning op basis van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV). Eiseres, een maatschap, had op 13 maart 1998 een tewerkstellingsvergunning aangevraagd voor twaalf Poolse werknemers die als aspergestekers zouden gaan werken. De aanvraag werd op 3 juli 1998 afgewezen, waarna eiseres bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 26 februari 1999 ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokken werknemers ten tijde van het bestreden besluit niet beschikten over een geldige vergunning tot verblijf (vtv) en ook geen aanvraag voor een vtv hadden ingediend. Eiseres stelde dat zij geen aanvraag kon indienen omdat de tewerkstellingsvergunningen ontbraken, maar de rechtbank oordeelde dat dit voor haar rekening en risico kwam. De rechtbank benadrukte dat eiseres, gezien de politieke gevoeligheid van de kwestie, had moeten nagaan wat haar juridische mogelijkheden waren.
De rechtbank concludeerde dat de weigering van de tewerkstellingsvergunning terecht was, omdat niet aan de wettelijke voorwaarden was voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is gedaan door mr. M.C.J.A. Huijgens, met mr. A.C.M. Rijkelijkhuizen als griffier.