ECLI:NL:RBSGR:2000:AB1210
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van vreemdeling en toekenning schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 29 december 2000 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling, die op 14 november 2000 was staande gehouden op basis van artikel 19, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw). De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.J.W. Melchers, stelde dat haar staandehouding onrechtmatig was, omdat er geen concrete aanwijzingen waren voor illegaal verblijf. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. B. Magnin, kon niet specificeren op basis van welke ROA-regel de controle was uitgevoerd en welke regels mogelijk waren overtreden. De rechtbank oordeelde dat de staandehouding niet gerechtvaardigd was, omdat de door de verweerder aangevoerde factoren niet voldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van illegaal verblijf. Hierdoor was ook de daaropvolgende bewaring onrechtmatig. De rechtbank kende de vreemdeling een schadevergoeding toe van ƒ 2.000,00 voor de onrechtmatige vrijheidsontneming, en veroordeelde de verweerder in de proceskosten van ƒ 1.420,00. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open voor de beslissing inzake schadevergoeding.