ECLI:NL:RBSGR:2000:AB0373
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Blomsma
- F. Sijens
- J.F.M.J. Bouwman
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergunning tot verblijf voor Syrisch-katholieke Iraakse asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 december 2000 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, een Syrisch-katholieke Iraakse asielzoeker, tegen de weigering van de Staatssecretaris van Justitie om hem een vergunning tot verblijf te verlenen. Eiser had eerder aanvragen ingediend voor toelating als vluchteling en voor een vergunning tot verblijf, maar deze waren door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) afgewezen. De rechtbank heeft de eerdere afwijzing van de IND in een eerdere uitspraak gegrond verklaard, maar in deze procedure werd de vraag behandeld of eiser in Noord-Irak een vestigingsalternatief had en of hij gegronde redenen had te vrezen voor vervolging.
De rechtbank oordeelde dat de IND onvoldoende had onderzocht of eiser daadwerkelijk gemeenschapsbanden had in Noord-Irak, ondanks het feit dat er een kleine Syrisch-katholieke gemeenschap aanwezig was. De rechtbank volgde de stelling van de IND niet dat de aanwezigheid van een christelijke gemeenschap in Noord-Irak automatisch betekende dat eiser daar veilig kon verblijven. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de Iraakse autoriteiten op de hoogte waren van eisers activiteiten en dat hij in Noord-Irak niet de nodige ondersteuning zou krijgen van de gemeenschap.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser gegrond voor zover het zich richtte tegen de weigering van de vergunning tot verblijf. De rechtbank vernietigde de beschikking van de IND en droeg hen op om opnieuw op het bezwaar van eiser te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Staatssecretaris van Justitie veroordeeld in de proceskosten van eiser.